Na talrijke artikelen in de Belgische pers en een kritisch advies van de Raad van State werd in januari 2021 een tweede versie van het wetsontwerp tot invoering van een jaarlijkse taks op de effectenrekeningen in de Kamer ingediend en op 11 februari jongstleden gestemd.

Deze nieuwe jaarlijkse taks lijkt op het eerste gezicht sterk op zijn voorganger (die op 17 oktober 2019 door het Grondwettelijk Hof werd vernietigd), maar is niettemin ‘innovatief’ omdat hij een aanzienlijke impact heeft op beleggingen in Tak-23 levensverzekeringen. De memorie van toelichting laat aan duidelijkheid niets te over: “Deze jaarlijkse taks op de effectenrekeningen mag niet worden verward met de vernietigde taks op de effectenrekeningen (…) Het doel (…) is (…) om een nieuwe taks in te voeren, gebaseerd op een reeks nieuwe principes”.

De verschillende vragen die hieronder aan bod komen, zullen bijdragen tot een beter begrip van wat we voortaan de TER 2.0 zullen noemen.

  • Waarom? De TER 2.0 werd voorgesteld als een solidariteitsbijdrage om “de nieuwe behoeften in te lossen op het gebied van gezondheidszorg als gevolg van de pandemie“. De TER 2.0. “heeft een zuivere begrotingsdoelstelling en wil een tastbare bijdrage leveren tot de handhaving van de sociale zekerheid die op cruciale momenten de bevolking van ons land heeft beschermd op het vlak van gezondheid en inkomen“.
  • Waarop? : Effectenrekeningen en meer bepaald “rekeningen waarop financiële instrumenten mogen worden gecrediteerd of gedebiteerd, ongeacht of deze effectenrekening wordt aangehouden in onverdeelde eigendom, of in gesplitste eigendom“, met een gemiddelde waarde van meer dan één miljoen euro. Op het niveau van de verzekeringsbeleggingscontracten zal het niet het contract zelf zijn dat zal worden geëvalueerd in functie van de limiet van 1 miljoen euro, maar wel de effectenrekening die de verzekeraar aanhoudt, hetzij de portefeuille van laatstgenoemde (die doorgaans 1 miljoen euro overschrijdt).
  • Wie? De bezitters van een effectenrekening. Dit geldt zowel voor Belgische ingezetenen die Belgische of buitenlandse effectenrekeningen aanhouden als voor niet-Belgische ingezetenen die een Belgische effectenrekening aanhouden. Hier doet zich een tweevoudige nieuwigheid voor:
    • Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen titularissen die natuurlijke personen zijn en titularissen die rechtspersonen zijn (behoudens de vrijstelling bedoeld in artikel 176/2, 6° Wetboek diverse rechten en taksen)
    • Het feit dat het aanhouden van een effectenrekening gelijkgesteld wordt met het aanhouden van een Tak-23 beleggingsverzekeringscontract (“effectenrekeningen die worden aangehouden door verzekeringsmaatschappijen in het kader van Tak-23 verzekeringen die werden afgesloten met een verzekeringnemer vallen eveneens binnen het toepassingsgebied van de taks”). Aangezien de Tak 23 beleggingsverzekering aangehouden wordt door de verzekeringsmaatschappij, is het deze laatste die nu de TER 2.0 verschuldigd is. Die mogelijkheid wordt uitdrukkelijk voorzien in het wetsontwerp: ‘naargelang het geval, de Belgische tussenpersoon, de aansprakelijke vertegenwoordiger bedoeld in artikel 201/9/1 of de titularis.’
  • Wanneer? Het is een jaarlijkse taks met een referentieperiode van 12 maanden die begint op 1 oktober en eindigt op 30 september van het volgende kalenderjaar.
  • Hoeveel? 0,15% op de volledige effectenrekening.
  • Zijn er gevolgen voor (Belgische) houders van een OneLife contract? NEEN. Aangezien The OneLife Company SA een in Luxemburg gevestigde verzekeringsmaatschappij is, valt zij niet onder het toepassingsgebied van de TER 2.0 indien een buiten België gevestigde bewaarbank wordt gebruikt. We wijzen erop dat een grondige analyse van het Belgisch-Luxemburgse dubbelbelastingverdrag tot de conclusie leidt dat een niet-heffing van de TER 2.0, zelfs wanneer een Belgische bewaarbank wordt gebruikt, eveneens verdedigbaar is.

Stormloop op Luxemburg? De memorie van toelichting bij het wetsontwerp vermeldt het al: “de overdracht van een bestaande effectenrekening of een Tak-23 verzekeringscontract naar een Tak-23 verzekeringscontract afgesloten bij een buiten België gevestigde verzekeringsmaatschappij, met het oog op het ontwijken van de belasting” vormt een vermoeden van rechtsmisbruik. Wij onderstrepen dat de belastingplichtige eenvoudig het bewijs van het tegendeel kan leveren, met name gezien de vele voordelen die Luxemburg biedt, zoals de ruime keuze aan beschikbare activaklassen die aan het contract ten grondslag liggen, de bescherming van het vermogen van de intekenaar (Veiligheidsdriehoek en Superprivilege) of de internationale deskundigheid op het gebied van vermogensbeheer die de maatschappijen hun cliënten kunnen bieden.  

Nicolas Milos
Senior Wealth Planner

 

Ook deze onderwerpen zouden u kunnen interesseren:

Luxemburg: een veilig en gerenommeerd financieel centrum dat aan alle regels voldoet

Er zijn nog steeds vele redenen om optimistisch te blijven!

Levensverzekeringsproducten op basis van onderliggende fondsen over de hele wereld