Wie het letterwoord ‘btw’ hoort, voelt al snel koude rillingen en denkt vaak snel liever aan iets anders.

Misschien terecht, maar soms toch ook niet!

Net zoals levensverzekeringen lijkt btw een heel complex onderwerp dat maar weinigen helemaal onder de knie krijgen. Het enige dat we weten is dat we hem vaak en zowat overal betalen, en laten we het maar toegeven, we weten niet altijd waarom wij hem moeten betalen maar we doen het toch maar … Soms terecht, soms ten onrechte.

Wat is btw precies?

De btw is een belasting, de belasting over de toegevoegde waarde, een Franse uitvinding die in 1954 werd geïntroduceerd in de Franse wetgeving en in 1967 werd geharmoniseerd op het Europese niveau.

Waarom betalen wij btw?

De Fransen hebben een populaire uitdrukking, die luidt: “In Frankrijk hebben we geen olie, maar wel ideeën.” De begroting van de verschillende staten heeft het altijd bijzonder moeilijk (op Duitsland na), en de Fransen hebben hiermee een haast pijnloze manier gevonden om de staatskas fors te spijzen met fiscale inkomsten.

Fiscale inkomsten bestaan immers uit twee verschillende types belastingen: directe belastingen, zoals de inkomstenbelastingen voor natuurlijke personen (IB) of de inkomstenbelasting voor bedrijven (vennootschapsbelasting – VB), en indirecte belastingen, zoals bijvoorbeeld de btw of belastingen op olieproducten.

In Frankrijk waren de directe belastingen (IB en VB) in 2015 goed voor respectievelijk 25% (69,5 miljard euro) en 12% (33,1 miljard euro) van de fiscale inkomsten, terwijl de btw 142,6 miljard euro opleverde, of 51% van de fiscale ontvangsten! En dat allemaal zonder dat we het beseffen!

De andere Europese landen hebben zich dus ook al snel laten overtuigen om  zo’n systeem te installeren.

In Luxemburg werd de btw in 1970 ingevoerd aan de hand van de eerste btw-richtlijnen, terwijl België er een volledig wetboek aan heeft gewijd.

Hoe werkt de btw?

De belasting over de toegevoegde waarde wordt geheven op de toegevoegde waarde. Een voorbeeld met een alledaags product: uw kopje koffie bij het ontbijt.

De koffieproducent maakt voor de productie van zijn koffie € 10 kosten. Hij verkoopt hem aan een groothandelaar voor € 20 exclusief btw. Zijn marge bedraagt dus € 10.

Inclusief btw brengt dat de verkoopprijs (tegen het Franse btw-percentage van 20%) op € 20 * 1,2 = € 24. Er wordt dus € 4 btw geïnd voor de producent en betaald door de groothandelaar.

De groothandelaar verkoopt het product door aan de kleinhandelaar voor € 30 exclusief btw. Zijn brutomarge bedraagt dus € 10. Hij verkoopt hem dus voor € 30 * 1,2 = € 36. Hij int dus € 6 btw en betaalt er zelf € 4 aan de producent.

De btw die hij moet aangeven, bedraagt dus € 6 die hij heeft ontvangen – € 4 die hij heeft betaald = € 2. Deze € 2 die aan de belastingdienst moeten worden betaald, vertegenwoordigt 20% van de toegevoegde waarde van € 10 die de groothandelaar heeft gecreëerd. QED! (Quod Erat Demonstrandum – wat bewezen moest worden)

Het systeem wordt herhaald in alle geledingen van de productieketen, tot op het moment waarop u uw koffiepads koopt. Uiteindelijk bent u het dus die de btw betaalt voor de professionals die het product hebben verwerkt, want voor hen is die belasting amper voelbaar: zij moeten enkel het verschil tussen de aangerekende btw en deze die ze zelf hebben betaald op hun aankopen, doorstorten.

Waarop wordt er btw geheven?

Op zowat alle producten en diensten van alledag: uw koffie bij het ontbijt, de aankoop van de wagen of de fiets waarmee u naar het werk rijdt, in de supermarkt of de bioscoop, de btw is overal, ook al bent u zich er paradoxaal genoeg nog amper van bewust dat u er nergens aan ontsnapt.

En verzekeringen?

Verzekeringen zijn belastbare diensten die echter in grote mate diverse vrijstellingen genieten. Op die manier is de factuur voor verzekeringnemers wat lager, wat verzekeringscontracten eens te meer tot een uniek bestanddeel maakt van vermogens- en successieplanning.

De producten en diensten die OneLife levert, zouden deel moeten uitmaken van de belastbare diensten. Niettemin stelt artikel 44 van de Luxemburgse wet op de btw de verzekeringsverrichtingen, met inbegrip van het verstrekken van diensten met betrekking tot deze verrichtingen en uitgevoerd door makelaars of andere verzekeringstussenpersonen, specifiek vrij van de btw.

Dat maakt dat zowel de diensten van OneLife als die van de erkende tussenpersonen van OneLife vrijgesteld zijn. Dat geldt (helaas) niet altijd voor alle verrichtingen verbonden aan verzekeringscontracten, en daar gaan we even dieper op in.

Btw en verzekeringen: vrijgestelde verrichtingen

Net als de verrichtingen van OneLife en van de erkende tussenpersonen zijn ook nog andere verrichtingen vrijgesteld volgens de Luxemburgse wet op de btw. Het gaat daarbij om:

  1. De handel in financiële instrumenten;
  2. Stortingen in contanten uitgevoerd door depothoudende banken (maar niet het depot van financiële instrumenten);
  3. Het beheer van interne collectieve fondsen, een nieuwigheid uit 2017 en goed nieuws voor de verzekeringnemers, want dat vermindert de kosten voor de verzekeringnemers en verhoogt het rendement van deze interne fondsen.

Jammer genoeg zijn echter niet alle verrichtingen die verbonden zijn aan het verzekeringscontract, opgenomen bij de vrijstellingen.

Btw en verzekeringen: belastbare verrichtingen (=> ‘btw-plichtig‘)

  1. Het depot van financiële instrumenten door depothoudende banken, al geldt hiervoor wel een voorkeurtarief, het zogeheten ‘parkingtarief’;
  2. Het beheer van financiële instrumenten;
  3. Het beheer van interne specifieke fondsen (fonds dédié) en gespecialiseerde verzekeringsfondsen;
  4. De distributie van verzekeringen door tussenpersonen die niet als dusdanig zijn erkend.

Zo is het beheer van een intern specifiek fonds (fonds dédié)  een belastbare dienst en wordt de btw direct geheven op de waarde van het interne fonds.

Gelukkig zijn de vrijstellingen, doordat ze van toepassing zijn op de meeste verzekeringsverrichtingen, een essentieel onderdeel in vergelijking met andere vermogensplanningstools, en dan met name de bancaire tools.

Als we verder naar de btw-tarieven kijken, zien we bovendien dat Luxemburgse levensverzekeringen een concurrentievoordeel hebben op hun Belgische, Franse, Finse, Deense of Zweedse tegenhangers.

De geldende btw-tarieven in Europa

In Frankrijk bedraagt het standaard-btw-tarief 20%, in België is dat 21%, in Finland 24% en in Denemarken en Zweden 25%.

In Luxemburg bedraagt het standaard-btw-tarief 17%, het laagste in de hele Europese Unie. En daarmee bieden de Luxemburgse levensverzekeringscontracten van OneLife, naast de ongeëvenaarde veiligheid, transparantie en beleggingsmogelijkheden die we al kenden, verzekeringnemers nog een extra beleggingsvoordeel.

OneLife staat zijn partners en klanten graag bij voor al hun vragen over de btw in het kader van levensverzekeringscontracten, en uiteraard ook voor alle andere vragen.

Author:   Jean-Nicolas Grandhaye