Investeer in het leven!

Diversificatie. Aanpassing op maat. Flexibiliteit.

Een Luxemburgse levensverzekering biedt een overvloed aan mogelijkheden als het om beleggingen gaat. Beleggers kunnen kiezen uit een brede waaier van externe fondsen die door enkele van de beste fondsenhuizen ter wereld beheerd worden. En voor een meer persoonlijke aanpak bieden interne fondsen ook toegang tot gespecialiseerde oplossingen. Gecombineerd binnen de veiligheid en flexibiliteit van een levensverzekeringscontract.

Lees meer over hoe beleggingen uw vermogen kunnen optimaliseren!

Bekijk onze video

 

Overzicht en toepassing

Op 20 maart van dit jaar ondertekenden Frankrijk en Luxemburg een nieuwe fiscale conventie (de “Conventie”). Dit nieuwe akkoord kadert in de ontwikkelingstrends binnen het BEPS-project (“Base Erosion and Profit Shifting” – basiserosie en winstverschuiving) op initiatief van de OESO (“Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling”). Deze nieuwe onderhandelingen en de volledige herziening van de conventie die in 1958 werd afgesloten (waaraan later 4 aanhangsels werden toegevoegd) duidt aandat men nieuwe internationale fiscale normen wil invoeren, die conform zijn met het nieuwe model dat in 2017 door de OESO werd uitgewerkt.

Luxemburg en Frankrijk zijn gestart met de interne ratificatieprocedure die voor elke staat eigen is. De uiteindelijke afhandeling ervan zou daarom slechts een kwestie van weken zijn, in die mate zelfs dat de conventie naar alle waarschijnlijkheid al op 1 januari 2019 van toepassing zal zijn.

  1. Overzicht van de belangrijkste maatregelen

De belangrijkste doelstelling van deze Conventie die dubbele belasting tegengaat, is uiteraard het wegwerken van situaties waar er mogelijk dubbele belastingen kunnen optreden binnen een grensoverschrijdende context, maar dat is niet het enige. Volgens de geest van de tekst wil men ook potentiële situaties bestrijden, waar geen belastingen worden geheven, met name via dubbele vrijstellingen. In dit verband zou de inleiding nuttig kunnen zijn om de inhoud van de verschillende artikels te interpreteren.

Bovendien is er nu, geheel tegen de gewoonte in, ook een protocol dat een belangrijke nieuwe rol speelt en vooral gericht is op de maatregelen die misbruik bestrijden.

  1. Mechanismen die dubbele belasting wegwerken

De methode die in de Conventie voorzien is om dubbele belasting weg te werken, is de methode van belastingkrediet (verrekeningsmethode) en vervangt de huidige vrijstellingsmethode.

De vrijstellingsmethode is een methode die in een potentiële situatie van dubbele belasting de aanslag wegwerkt. In het geval van een inkomen dat afkomstig is uit een bepaald land en bijvoorbeeld uitbetaald wordt aan een inwoner van een ander land, zal de conventie bepalen welk land bevoegd is om het inkomen te belasten. In die situatie voorziet Luxemburg gewoonlijk in een totale vrijstelling van inkomstenbelasting als het door de conventie van niet-dubbele belasting niet als bevoegd wordt verklaard.

De methode van belastingkrediet of de verrekeningsmethode voorziet in bovenstaand geval echter niet in een vrijstelling. Dat betekent dat de conventie voor een inkomen uit een bepaald land dat betaald wordt aan een inwoner uit een andere land zal bepalen welk van beide landen bevoegd is om belasting op het inkomen te heffen. Het land dat bevoegd is om inkomstenbelasting te heffen, zal dat ook effectief doen. Het tweede land zal echter zijn recht om belasting te heffen niet verliezen. Het inkomen in kwestie zal meegerekend worden in de belastbare basis van de persoon in dat tweede land, en de persoon zal een belastingkrediet krijgen dat overeenkomt met de belasting die al in het eerste land werd geheven.

Deze methode is minder voordelig dan de vrijstellingsmethode en kan ertoe leiden dat een tweede, residuele belasting wordt toegepast.

Terwijl de verrekeningsmethode voor Frankrijk gewoonlijk de methode is die volgens het interne recht van toepassing is, is deze methode in Luxemburg echter minder algemeen, aangezien daar veel makkelijker de vrijstellingsmethode wordt toegepast.

Deze nieuwe methode die door de Conventie wordt ingevoerd, kan op verschillende niveaus gevolgen hebben, met name voor Franse grensarbeiders, voor landgenoten die dividenden ontvangen die niet in aanmerking komen voor het interne stelsel van moeder-dochtermaatschappij (bv. dividenden die worden uitbetaald door een OPCI – Organisme de Placement Collectif Immobilier – aan een Soparfi – Société de Participations Financières) of voor Franse ingezetenen die Luxemburgse winstaandelen ontvangen.

2. Bepaling van residentie en toegang tot de Conventie

Tot nu toe berustte het concept van residentie voor rechtspersonen vooral op de begrippen van “effectief directiecentrum” en “hoofdzetel”.

Om gebruik te kunnen maken van de bepalingen van de Conventie, zal men effectief aan de belasting moeten onderworpen zijn. Een vrijstelling of erg lage belastingvoet kunnen leiden tot een weigering van de hoedanigheid van ingezetene in het kader van de Conventie. Wat dit betreft is er geen verrassing, want dit is slechts een bevestiging van de moderne interpretaties van het begrip residentie, en de recente rechtspraak van de Franse Raad van State.

Paragraaf 2 van het protocol van de Conventie vermeldt echter toegang tot de voordelen van de bepalingen betreffende dividenden en intresten voor OPC’s (“Organismes de Placements Collectifs”) die gevestigd zijn in een land waar de Conventie van toepassing is, die gelijkgeschakeld zijn met de OPC’s van het andere land (op basis van het interne recht van dat land), tot op het niveau van de rechten die in handen zijn van personen die in een van beide landen gedomicilieerd zijn of een ander rechtsgebied dat een conventie voor administratieve bijstand heeft ondertekend, met het oog op de bestrijding van fiscale fraude en ontduiking. 

3. Antimisbruikbepalingen

De opstelling van deze nieuwe conventie weerspiegelt een duidelijke wens om elk misbruik van deze bepalingen te beperken. Parallel met het begrip rechtsmisbruik, dat in het interne recht van elk land vermeld wordt, erkent dit nieuwe akkoord conventioneel misbruik. Het biedt de contracterende landen de mogelijkheid om de toegang tot de conventie te weigeren aan structuren die als hoofddoel hebben gebruik te maken van de conventionele voordelen.

Door deze regel van Principal Purpose Test (“PPT”) in te voegen, komt er meer nadruk op de noodzaak om de grensoverschrijdende structurering economisch te rechtvaardigen.

4. Bepaling van stabiele vestiging

Ook hier breidt de Conventie het begrip stabiele vestiging uit door te stellen dat een afhankelijke tussenpersoon die handelt voor rekening van een onderneming die in het andere land gevestigd is – zelfs zonder handtekeningsbevoegdheid – over de nodige basis voor stabiele vestiging beschikt, indien vaststaat dat hij een doorslaggevende rol heeft gespeeld in het afsluiten van het contract. Zijn rol moet beperkt blijven tot voorbereidende en randactiviteiten. Deze nieuwe bepaling is van groot belang voor banken en verzekeringsmaatschappijen die werken via de vrije dienstverlening.

5. Vermogensfiscaliteit

Volgens het nieuwe OESO-model zullen de onroerende goederen die deel uitmaken van het vermogen van een ingezetene belastbaar zijn in het land waar het pand zich bevindt.

Als we artikel 6 en 21 samen lezen, zou het volgens de Conventie mogelijk zijn een Luxemburgse ingezetene die via een bedrijf goederen in Frankrijk bezit, vrij te stellen van belasting op onroerend goedvermogen.

6. Verwerking van meerwaarden na overdracht

De meerwaarden die ontstaan uit de overdracht van vennootschapseffecten die overwegend onroerend van aard zijn, blijven belastbaar in het land waar de goederen zich bevinden, wat geen wijziging inhoudt ten opzichte van het aanhangsel van 2014. Het nieuwe element in de Conventie heeft betrekking op het feit dat de analyse van het karakter van “overwegend onroerend” betrekking heeft op elk moment tijdens de 365 dagen die aan de overdracht vooraf gaan.

Ander belangrijk punt: de meerwaarden die voortvloeien uit een overdracht door een natuurlijke persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 25% van het kapitaal bezit van een vennootschap gevestigd in een contracterend land, in dat land belastbaar is indien de overdrager op enigmoment tijdens de vijf jaren voorafgaand aan de overdracht ingezetene was van dat land. Het wordt interessant om de aansluiting van deze conventionele bepaling op de wijziging van de Franse “Exit Tax” op te volgen, wanneer deze in het kader van het financiële wetsontwerp voor 2019 wordt goedgekeurd.

7. Uitbreiding van het begrip van “dividend”

Op basis van de Conventie is het begrip dividend uitgebreid naar alles wat onderworpen is aan het stelsel van dividenden in het land waar de vennootschap die het dividend uitbetaalt, gevestigd is. Bijgevolg zullen inkomsten die als uitbetaald worden beschouwd en andere liquidatiebonussen volledig onder het begrip van dividenden, zoals het in de Conventie opgenomen is, vallen.

De inhouding van 15% bij de bron, waarvan in artikel 10 sprake is, blijft gelijkaardig aan deze die in de vorige conventie van toepassing was. Volgens de Conventie is vrijstelling van inhouding aan de bron trouwens toegestaan op dividenden betaald aan residentiële vennootschappen die over een periode van 365 dagen minstens 5% van het maatschappelijke kapitaal bezitten van de vennootschap die de betaling doet.

Het nieuwe element zit in dividenden die door bepaalde vehikels van vastgoedinvesteringen worden uitbetaald, zoals SIIC’s (“sociétés d’investissements cotées”) of OPCI’s (“organismes de placement collectif immobiliers”), waarop een hogere inhouding aan de bron zal worden toegepast. Zo zal op dividenden die via dergelijke vehikels worden uitbetaald een inhouding aan de bron van 15% verschuldigd zijn wanneer de effectieve begunstigde een rechtstreekse of onrechtstreekse participatie van minder dan 10% in het kapitaal heeft, maar 30% wanneer die drempel overschreden is.

8. Rente

Inkomsten uit rente zullen niet langer onderworpen worden aan bronbelasting, in tegenstelling tot de vorige conventie, die voorzag in een inhouding van 10%. Belangrijk is echter op te merken dat de Conventie overmatige rente (die het arm’s length-beginsel niet respecteert) uitdrukkelijk uit dit stelsel uitsluit.

  1. De toepassing van de nieuwe conventie in het licht van de grensoverschrijdende levensverzekering

Op basis van bovenstaande ontwikkelingen is het interessant op te merken dat de nieuwe conventie over het algemeen strenger en minder voordelig is voor de ingezetenen van beide landen.

De impact van deze conventie zou voor bepaalde vastgoedstructuren groot kunnen zijn. Hoewel het belastingrecht nog steeds toebehoort aan het land waar het pand gevestigd is, behoudt het land van residentie toch zijn belastingrecht en wordt de dubbele belasting dan weer weggewerkt dankzij een belastingkrediet in Frankrijk.

Deze nieuwe conventie besteedt dan weer weinig aandacht aan het stelsel van grensoverschrijdende levensverzekeringen en is zelfs gunstig voor Franse verzekeringnemers die verstandig hebben geïnvesteerd in levensverzekeringspolissen zoals deze die door OneLife worden aangeboden.

Zij zullen namelijk kunnen profiteren van het groepseffect (de veelheid aan verzekeringnemers die via OneLife beleggen) als het gaat om inhouding aan de bron voor inkomsten uit verzekeringspolissen, met name via:

  • De integratie van een stelsel dat gelijkaardig is aan dat van moeder-dochtermaatschappij in de conventie, die een totale vrijstelling van inhouding aan de bron toestaat voor dividenden die via verzekeringspolissen worden uitbetaald;
  • het behoud van een verlaagde inhouding aan de bron voor gewone dividenden die niet onder bovenstaand stelsel van moeder-dochtermaatschappij kunnen gebracht worden;
  • de annulering van inhouding aan de bron voor rente die op levensverzekeringspolissen wordt betaald.

Dankzij deze bepalingen wordt de Luxemburgse levensverzekering nog aantrekkelijker ten opzichte van andere mechanismen voor patrimoniumstructurering, vooral – maar niet alleen – in het kader van onroerend goed.

Tot slot beschikt de levensverzekering in het licht van de antimisbruikbepalingen over een bijkomende troef, omdat het een element voor patrimoniale overdracht is, dat bovendien onder een aantrekkelijk fiscaal stelsel valt.

 

Houd er rekening mee dat bovenstaande ontwikkelingen niet meer dan een overzicht zijn van een deel van de bepalingen in de nieuwe conventie tussen Frankrijk en Luxemburg en dat de praktische impact van deze maatregelen per geval moet geanalyseerd worden.  De experts van OneLife staan te uwer beschikking om al uw vragen te beantwoorden.

 

Authors:

 Fanny PERPERE – Wealth Planner 

 Jean-Nicolas GRANDHAYE – Corporate Counsel 

Klaar om te beleggen in niet-traditionele activa voor de toekomst van jou en je familie?

Via onze reeks ontdekten de gezinnen Van Dewael, Leroux en García bij het uitstippelen van hun toekomst stuk voor stuk de voordelen van beleggen in niet-traditionele activa. 

De toegang tot activa zoals privaat vermogen, vastgoed, securitisatievehikels en holdingmaatschappijen opent de deur naar een wereld van opportuniteiten op het vlak van beleggingen. Een gepersonaliseerd beleggingsplan van OneLife kan de traditionele en niet-traditionele opties combineren in één levensverzekeringscontract, met daarbij het voordeel van successieplanning, grensoverschrijdende overdraagbaarheid bij verhuizing en hogere beschermingsniveaus voor de belegger. Dit is Essentiële rijkdom op zijn best.

Waar wacht je nog op? Download ons => e-book  en onze => checklist om meer te weten over niet-traditionele activa en hoe ze voor jou en je familie een troef kunnen zijn.

 

Onroerend goed of levensverzekering: u moet geen keuze meer maken!

Moet ik eerder investeren in vastgoed of in een levensverzekering? Tik-tak, tik-tak… Er is geen dilemma meer… u kunt het allebei doen!

U hoeft zich de vraag niet meer te stellen, de oplossing ligt voor de hand: u kunt nu perfect investeren in vastgoed via uw levensverzekeringscontract!

Net zo goed als u uw goudstaven of petroleumvaten niet fysiek naar de verzekeringsmaatschappij kunt brengen, kunt u uw huis uiteraard ook niet als levensverzekeringspremie aanbrengen!

Maar wat kunt u wel doen?

Overzicht van de beleggingsmogelijkheden en het juridische en fiscale stelsel om vastgoed te beleggen in een levensverzekering:

  1. De beleggingsmogelijkheden

Nu het rendement van gegarandeerde fondsen daalt, wenden steeds meer mensen zich tot performante beleggingen met een beperkt risico.

Waarom zou u in vastgoed investeren via uw levensverzekerings-contract?

Of het nu gaat om een beter resultaat na te streven, of om een veilig actief met een beperkt risico in portefeuille te houden, of uw spaargeld meer dynamiek te geven, te genieten van een aantrekkelijk fiscaal voordeel in vergelijking met een rechtstreeks actief of om een actief te hebben dat buiten de successie valt: het zijn allemaal goede redenen om via uw levensverzekeringspolis in vastgoed te beleggen!

Voor een beperkte investeringsbedrag kunt u een veilig actief in portefeuille hebben, omdat het gebaseerd is op een gediversifieerd immobiliënpark met kantoren, kinderdagverblijven, ziekenhuizen, rusthuizen… wat u ook bevrijdt van beheersbeperkingen (onbetaalde huurgelden, afwezigheid van huurders, bezoeken enz.) en een opbrengst van gemiddeld 5% per jaar oplevert via een gemeenschappelijke benadering!

In welke onroerende activa kunt u beleggen?

U bent wellicht vertrouwd met de termen SCPI (Société Civile de Placement Immobilier) OPCI (Organisme de Placements Collectifs Immobiliers), SIIC (Société Immobilière Règlementée) in Frankrijk en GVV (Gereglementeerde Vastgoedvennootschap) in België. Het is ook mogelijk in vastgoed te beleggen via al dan niet genoteerde vastgoedfondsen, of uw persoonlijke immobiliënpark in een vennootschap onder te brengen en de eigendomstitels in uw verzekeringscontract op te nemen.

U ziet het: mogelijkheden en variaties genoeg. Hier willen we de juridische en fiscale stelsels bespreken voor het aanhouden van een Franse SCPI en OPCI en een Belgische GVV in uw levensverzekeringscontract.

  1. Juridisch en fiscaal stelsel voor vastgoedbelegging in een levensverzekering

De vaakst gebruikte beleggingsmogelijkheden voor vastgoed in levensverzekeringen zijn beleggingen in SCPI, OPCI en GVV. Een overzicht:

a. Sociétés Civiles de Placement Immobilier (SCPI’s)

  • Juridisch stelsel

Sociétés Civiles de Placement Immobilier zijn vennootschappen die zich exclusief bezighouden met de aankoop en het beheer van een immobiliënpark voor commercieel of residentieel gebruik.

Het beheer wordt uitbesteed aan een erkende beheersmaatschappij die zich bezighoudt met de verhuur en het onderhoud van het immobiliënpark.

De bedragen die door de intekenaars gestort worden, zijn bestemd voor de aankoop en het beheer van het immobiliënpark.

In ruil voor de bijdragen (het minimumbedrag van het aandeel bedraagt € 150) stort de maatschappij huurgelden door aan de intekenaars, naar verhouding tot hun bijdragen, na aftrek van lasten die verband houden met het immobiliënpark (onderhoudskosten, huurbeheer, diverse werkzaamheden…).

De belegging verloopt rechtstreeks via de investering in vastgoed, zodat de intekenaars inkomsten uit vastgoed kunnen halen, zonder zich zorgen te moeten maken over het huurbeheer en waarbij ze zelfs met bescheiden sommen kunnen beleggen.

SCPI’s zijn vennootschappen met vast of variabel kapitaal. SCPI’s met vast kapitaal geven nieuwe aandelen uit tot op hun volledige kapitaal is ingetekend, waarna ze als gesloten worden beschouwd. SCPI’s met variabel kapitaal geven dan weer constant nieuwe aandelen uit en annuleren ook aandelen.

  • Fiscaliteit

De SCPI is fiscaal transparant, dit betekent dat elke vennoot individueel wordt getaxeerd over het fiscale resultaat van de vennootschap, voor het percentage aandelen dat hij bezit.

Op de inkomsten uit Franse bron (huurgelden en meerwaarden) die door de SCPI worden gegenereerd en die in eigendom zijn via een verzekeringscontract van OneLife, wordt in Frankrijk vennootschapsbelasting berekend volgens het tarief van 33,33% (een percentage dat in 2020 naar 28%, in 2021 naar 26,5%, en vanaf 2022 naar 25% zal verlaagd worden).

De meerwaarden bij overdracht van titels van een SCPI zijn eveneens in Frankrijk belastbaar, met een inhouding van 33,33% (gelijkgeschakeld met percentage van de vennootschapsbelasting).

b. Organismes de Placements Collectifs Immobiliers (OPCI’s)

  •  Juridisch stelsel

Organismes de Placement Collectifs Immobiliers zijn vastgoedfondsen die aanvankelijk werden gecreëerd om de SCPI’s te vervangen, maar de twee systemen bestaan nu naast elkaar.

Het doel van OPCI’s is te investeren in panden, ze te bouwen, te onderhouden en te verhuren. Ze kunnen ook werkzaamheden uitvoeren en panden verkopen. Daarnaast kan het maatschappelijke doel ook het beheer van andere financiële titels en depots behelsen.

Sinds de wet-Macron van 2017 kunnen OPCI’s via CMF (Code Monétaire et Financier) art. L2014-34 ook in ondergeschikte orde meubels, uitrustingen of andere goederen aankopen die worden toegekend aan de gebouwen in portefeuille en die nodig zijn voor de werking, het gebruik of de exploitatie van het gebouw in eigendom.

Er bestaan verschillende types OPCI’s naargelang het beleggersprofiel en het risiconiveau, zowel professioneel als particulier: specifieke OPCI, OPCI met compartimenten, enz.

De OPCI’s voor professionele beleggers (waar de verzekeringnemers voordeel uit halen) zijn de volgende:

– OPCI opgericht onder de vorm van een beleggingsmaatschappij met overwegend vastgoed en variabel kapitaal (Société de Placement à Prepondérance Immobilière à Capital Variable – SPPICAV)

– en OPCI’s opgericht onder de vorm van een vastgoedfonds (Fonds de Placement Immobilier – FPI).

Deze twee vormen van OPCI’s zijn juridisch gezien identiek van aard, maar hun juridische en fiscale stelsel verschilt.

SPPICAV’s zijn opgericht onder de vorm van Naamloze Vennootschap (of Vennootschap met vereenvoudigde aandelen) met variabel kapitaal: de intekenaar die een aandeel koopt, verwerft eigendomsrechten over de vennootschap voor het percentage van zijn inbreng en een stemrecht tijdens de Algemene vergadering.

FPI’s hebben geen rechtspersoonlijkheid, maar zijn mede-eigendommen. Houders zijn houders van deelbewijzen, niet van aandelen. Ze hebben geen enkel eigendomsrecht over de FPI en hebben geen controle- of beslissingsrecht.

  • Fiscaliteit

De intekening op deelbewijzen van een FPI is vrijgesteld van registratierechten en grondbelasting.

De overdracht, overname van deelbewijzen of aandelen van de OPCI, of de verdeling van de activa van de FPI zijn vrijgesteld van registratierechten en grondbelastingen, behoudens twee uitzonderingen naar aanleiding van artikel 730 quinquies van de CGI (Code Général des Impôts)(eigendom van meer dan 10% van de OPCI voor de koper die een natuurlijke persoon is of 20% voor een koper die een rechtspersoon is), waarvoor er registratierechten ter hoogte van 5% verschuldigd zijn.

SPPICAV’s zijn vehikels die vrijgesteld zijn van vennootschapsbelasting, op voorwaarde echter dat er een verplichte verdeling van hun resultaat over de aandeelhouders is. De inkomsten die door een SPPICAV verdeeld worden, zijn van financiële aard (dividenden) en het belastingstelsel hangt af van de hoedanigheid van de aandeelhouder (natuurlijke of rechtspersoon) en zijn verblijfplaats.

Volgens het interne Franse recht wordt op dividenden die aan niet-residentiële aandeelhouders wordt uitgekeerd, in principe in Frankrijk een inhouding aan de bron van 30% berekend.

Indien de titels via een OneLife-contract worden aangehouden, kan dit percentage, dankzij een conventie tussen Frankrijk en Luxemburg, herleid worden tot 5% voor vennootschappen die dividenden ontvangen ter waarde van minstens 25% van het maatschappelijke kapitaal van de maatschappij die het dividend uitkeert, en tot 15% voor lagere eigendomspercentages.

Volgens de nieuwe conventie die tussen Frankrijk en Luxemburg werd afgesloten, en die normaal op 1 januari 2019 van kracht wordt, is het de bedoeling dat deze percentages zullen evolueren. Zo zullen dividenden die door een OPCI worden uitbetaald onderworpen worden aan een inhouding aan de bron voor een lager tarief van 15%, wanneer de ontvangende maatschappij rechtstreeks of onrechtstreeks minder dan 10% van het maatschappelijke kapitaal van de uitbetalende maatschappij bezit, en volgens het tarief van 30% indien ze meer dan 10% bezit.

De meerwaarden die gecreëerd worden over de overdracht van titels van een SPPICAV zijn in Frankrijk belastbaar, met een inhouding van 33,33% (afgestemd op het percentage vennootschapsbelasting).

Voor wat de fiscaliteit voor beleggingen door FPI’s betreft, verwijzen we naar de fiscaliteit die van toepassing is op SCPI’s (fiscale transparantie).

c. Gereglementeerde Vastgoedvennootschap (GVV)

  • Juridisch stelsel

Het juridische stelsel van de gereglementeerde vastgoedvennootschap wordt beschreven in de bepalingen van de Belgische Wet van 12 mei 2014, die op 16 juli 2014 van kracht werd. Het doel van een GVV is met name ” rechtstreeks of via een vennootschap waarin zij een deelneming bezit, onroerende goederen ter beschikking te stellen van gebruikers en, in voorkomend geval, binnen de grenzen ter zake, andere types “vastgoed” te bezitten“.

Dit type vennootschap oefent een commerciële en operationele activiteit uit, zonder dat ze verplicht is te handelen in het belang van de aandeelhouders, gezien het feit dat het collectieve maatschappelijke belang gebaseerd is op de integratie van deze maatschappelijke structuur in het Belgische juridische landschap.

De GVV is een vennootschap waarvan de effectieve bedrijfsleiders enkel natuurlijke personen zijn en omvat de volledige vastgoedsector: eigendom van vastgoed (en dus zorgen voor het beheer ervan, de stedenbouwkundige regels enz.) op lange termijn, met als doel ze ter beschikking te stellen van gebruikers, voor de bouw of renovatie van panden.  Daarom is de GVV verplicht haar activiteiten zelf uit te voeren, zonder deze uit te besteden aan een andere rechtspersoon. Dit veronderstelt een concrete “substantie” qua operationele teams.

De GVV is opgericht onder de vorm van een naamloze vennootschap of een beursgenoteerde commanditaire vennootschap, waarvan minstens 30% van de aandelen op de markt worden verhandeld (m.a.w. waarbij het stemrecht in handen van het publiek is), en is onderworpen aan de controle van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (i.e. FSMA) en strikte regels rond belangenvermenging.

Een GVV mag echter niet meer dan 20% van zijn actief in eenzelfde vastgoed plaatsen. Een diversiteit in de investeringen is bijgevolg belangrijk. Deze beperking kan echter in uitzonderlijke gevallen worden omzeild, na een gemotiveerd advies van de FSMA.

  • Fiscaliteit

De GVV  is niet onderworpen aan vennootschapsbelasting in België, onder uitdrukkelijke voorwaarde dat ze minstens 80% van haar netto-opbrengst uitkeert in de vorm van dividenden.

De roerende voorheffing op de dividenden bedraagt 30%. Er kan echter wel, afhankelijk van de investering van de betrokken GVV, een “verminderde” voorheffing van toepassing zijn. We denken met name aan GVV’s die investeren in gebouwen voor gezondheidszorg. 

Indien men via een levensverzekeringscontract van OneLife deelbewijzen in een GVV heeft, kan men als belastingplichtige onder de paraplu van de levensverzekering alle roerende voorheffing, ter hoogte van 30%, vermijden. Aan de hand van de overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting tussen België en Luxemburg, mag de roerende voorheffing op dividenden in België niet hoger zijn dan 10% of 15%.

Bovendien kan men via een investering in vastgoed onder een levensverzekering het kapitaal laten opbrengen, door de ontvangen opbrengsten opnieuw te investeren, en zo een belastinguitstel te bekomen. De belasting zal namelijk pas toegepast worden bij een partiële of totale afkoop en naargelang de fiscaliteit die op levensverzekeringscontracten van toepassing is: de belastbare meerwaarden bij afkopen worden a rato berekend, rekening houdend met het deel van het kapitaal dat wordt afgekocht.

Sinds 1 januari 2018 worden activa die indirect via een levensverzekeringscontract in eigendom zijn, ook opgenomen in de belastbare basis op het Franse vastgoedvermogen, rekening houdend met de regels die van toepassing zijn op ingezetenen en niet-ingezetenen.

 

Uw professionele adviseur en de experts van OneLife staan tot uw beschikking om u advies te verstrekken rond de beste vastgoedinvesteringen waarop u via uw levensverzekeringscontract op kunt intekenen.

OneLife, dat is nu, of wanneer het u uitkomt!

Auteurs:

 Fanny PERPERE – Wealth Planner

 Nicolas MILOS – Senior Wealth Planner

 Jean-Nicolas GRANDHAYE – Corporate Counsel

 

Je vermogen maximaliseren

Voor vermogende personen (High-Net-Worth Individuals – HNWI’s) is het uitwerken van een vermogensstrategie soms een moeilijke en uitdagende opdracht, vooral voor personen wiens vermogen internationale dimensies aanneemt.

Naast de nood aan een gunstig fiscaal stelsel, hebben deze personen een oplossing nodig die hun vermogen maximaliseert en op lange termijn garandeert.

In Luxemburg worden activa die naar een levensverzekeringscontract worden overgedragen, beheerd volgens een beleggingsstrategie die volledig op de persoon wordt afgestemd.

Volgens de Luxemburgse verzekeringsregels is het zelfs toegestaan om een ruime waaier van onderliggende beleggingen in interne fondsen onder te brengen. Zo krijgen beleggers toegang tot een hele wereld van interessante beleggingsopportuniteiten.

Deze beleggingen kunnen gaan van liquide tot illiquide onderliggende activa, afhankelijk van de beleggingsstrategie en het risicoprofiel van de levensverzekeringspolis. Ze kunnen traditioneel of niet-traditioneel zijn – of een combinatie van beide. 

Je kunt persoonlijke beleggingsinteresses nastreven, investeren in mainstream activa, zowel gereguleerde als niet-gereguleerde opties verkennen… dit alles via een levensverzekeringspolis die op jouw maat gemaakt is, afgestemd op de unieke behoeften van jouw gezin. 

Voor meer informatie over traditionele en niet-traditionele belegbare activa en om onze voorbeelden van => casestudies te lezen.

Neem de controle over je vermogen

Elke vermogende persoon (High-Net-Worth Individual – HNWI) heeft een eigen, uniek perspectief rond het beheer van zijn vermogen. Maar het is niet vanzelfsprekend je weg te vinden in de wereld van vermogen en er bestaat geen “one size fits all” oplossing. Een levensverzekering garandeert volledige controle en flexibiliteit in je financiën, of dit nu betekent dat je persoonlijke beleggingsbelangen nastreeft of een duurzame strategie wilt uitwerken voor vermogensoverdracht.

Een levensverzekeringscontract kan aangepast worden aan de behoeften van de polishouder, met verschillende mogelijke onderliggende beleggingsopportuniteiten, die gaan van liquide tot illiquide activa. Dit kan gaan om cash, externe fondsen, interne collectieve fondsen, alternatieve fondsen, financiële holdings en aandelenbeleggingen in start-up bedrijven. Een levensverzekeringspolis kan deze beleggingen op een efficiënte en duurzame manier structureren, wat toegang biedt tot een hele wereld van mogelijkheden.

Voor meer informatie over de verschillende types beleggingsopportuniteiten, klik => hier en lees ons e-book #Succes in #Beleggingen.

Maak kennis met de familie García

María en Juan zijn zestigers die in Latijns-Amerika wonen.

Ze zouden een deel van het vermogen dat ze in de loop der jaren hebben vergaard, investeren in vastgoedprojecten aan de Middellandse Zeekust en ervoor zorgen dat er, als het zover is, goed voor hun familieleden wordt gezorgd.

Hiervoor kregen ze het advies hun investeringen in vastgoed te kanaliseren via een levensverzekeringsoplossing.

Bekijk onze video over de oplossing voor vermogensplanning voor de familie García!

María en Juan kozen OneLife als verzekeraar. Zo hebben ze een specifieke vermogensstructureerder en vastgoedexperts ter beschikking, die hen doorheen het volledige proces begeleiden.

De op maat gemaakte beleggingsstructuur die de familie García met OneLife afsprak, is overdraagbaar, fiscaal efficiënt en flexibel. Bovendien zullen hun persoonlijke wensen rond successieplanning gerespecteerd worden.

Ontdek welke gedetailleerde oplossing werd uitgewerkt voor de familie García, klik => hier!

Je vermogen vorm geven met een levensverzekering

Een levensverzekering biedt toegang tot een reeks interessante beleggingsopportuniteiten, via de blootstelling aan een ruime waaier van traditionele en niet-traditionele activa.

Neem nu het voorbeeld van de familie Leroux.  Ze zouden graag van Noord-Europa verhuizen naar een zonnigere bestemming, ofwel de Caraïben ofwel het zuiden van Europa. Bovendien verkocht André Leroux onlangs zijn aandeel in een succesvol FinTech-bedrijf. Nu wil hij graag een deel van de opbrengst beleggen in risicovolle hoogrentende activa, zoals gereputeerde privaatvermogenfondsen. Mijnheer Leroux werd geadviseerd te kiezen voor een belegging in privaat vermogen om zijn portefeuille te diversifiëren.

Door een unit-linked levensverzekeringspolis aan te gaan, kan de familie Leroux zijn vermogen maximaliseren, door hun beleggingsinteresses te combineren met hun verhuizingsprioriteiten, en dit op een gepersonaliseerde, gestructureerde en fiscaal efficiënte manier. 

Naar het buitenland verhuizen is een spannend project, maar het kan ook een hele uitdaging zijn.  Naar het buitenland verhuizen kan complexe situaties creëren als het gaat om vermogensbeheer en het uitwerken van voorzieningen voor de toekomst.  Een levensverzekeringscontract bij OneLife biedt het voordeel dat er gezorgd wordt voor de complexiteit, dat men er met een gerust gemoed op kan vertrouwen dat het vermogen conform de regels wordt beheerd, ongeacht het fiscale rechtsgebied waar je naartoe wenst te verhuizen; en dit in combinatie met de mogelijkheid om te beleggen in een ruime waaier van traditionele en niet-traditionele activa, voor een diversificatie van je portefeuille en een minimalisatie van de risico’s. 

Om je verder te verdiepen in de voordelen van het gebruik van een levensverzekeringspolis voor het structureren van niet-traditionele beleggingen en internationaal vermogen , lees ons => e-book en onze Beleggingschecklist = > hier!  

Maak kennis met de familie Leroux

André en Martine Leroux wagen de moedige stap naar de wereld van beleggingen in privaat vermogen. Ze zijn getrouwd en wonen met hun enige kind in Noord-Europa. Nadat hij zijn aandeel in een FinTech-bedrijf verkocht, wil André nu graag een deel van de opbrengst beleggen. Bovenaan zijn lijstje staat het verkennen van niet-traditionele beleggingsopties.

Met deze beleggingsopportuniteit ligt hun focus op risicovolle, hoogrentende activa, die op middellange termijn de waarde kunnen doen stijgen. André en Martine willen als prioriteit een plan samenstellen, waarbij hun vermogen op een efficiënte en op maat uitgewerkte manier kan gemaximaliseerd worden – een plan dat beantwoordt aan de fiscale regels in meerdere rechtsgebieden en dat de toekomst van hun kind veilig stelt.

André en Martine willen het maximum uit hun kapitaal halen, maar er ondertussen voor zorgen dat er een gestructureerde en veilige omkadering bestaat voor hun vermogen.  Ze willen dat het flexibel genoeg is om te kunnen kiezen voor een oplossing die bij hen past, wetende dat ook de volgende generatie kan genieten van de beslissingen die ze vandaag nemen.  Een Luxemburgse levensverzekeringspolis biedt die structuur en biedt ruimte voor een uiterst persoonlijke benadering, hand in hand met de nodige veiligheid en beleggingsflexibiliteit.  Privaat vermogen is één van de types niet-traditionele activa die OneLife aanbiedt om in te spelen op de behoeften van HNW’s en hun gezinnen.

Om te ontdekken welke oplossing André en Martine kozen, klik => hier !

Het internationale beleggingsforum van OneLife, grensoverschrijdend voor cliënten en beleggingen!

Brussel.  18 Oktober 2018.  11de editie van het International Investment Forum van OneLife.  

Het International Investment Forum is een jaarlijks evenement van OneLife, dat een plaats biedt voor networking, contacten en debatten over de belangrijkste topics en trends in levensverzekeringen doorheen heel Europa. ’s Ochtends workshops over internationale oplossingen en niet-traditionele activa; in de namiddag gaat de aandacht naar traditionele beleggingen, geleid door onze fondsenpartners. En het geheel draait rond het thema van Grenzen overschrijden voor cliënten en beleggingen!

Dit jaar mocht het Forum meer dan 500 deelnemers verwelkomen in Brussels Kart Expo, met bijna 50 investeringsbedrijven met een stand (zowel traditionele als niet-traditionele spelers), een reeks sprekers uit heel de sector, maar ook ons eigen expertenteam van OneLife… Bezoekers hadden zowel persoonlijke als digitale interactie, dankzij het Poken-device, voor een eenvoudige uitwisseling van contactgegevens, het downloaden van documentatie over fondsen en om de kwaliteit van de workshops en panels te beoordelen, allemaal met een eenvoudige tik op de Poken!

Over het beleggingsforum van OneLife

Antonio Corpas, Chief Executive Officer van OneLife, geeft zijn mening over het Forum: “Het Forum, dat nu aan zijn 11de editie toe is, dankt zijn succes aan zijn ‘openheid’. Het staat open voor uitwisseling, voor wat er speelt in onze sector, en ook open voor verandering. Hoe we ons aanpassen en met onze partners samenwerken in een evoluerende wereld, is van cruciaal belang…” Het Forum werd opgestart voor de Belgische partners, een markt waar OneLife een leidersrol vervult, en werd de voorbije 2 jaar uitgebreid naar internationale markten, een logische stap in de groeistrategie van het bedrijf. Ondertussen zijn er deelnemers uit meer dan 10 landen aanwezig! Tijdens het Forum kan men een hele dag lang mensen ontmoeten, netwerken en ideeën uitwisselen over de belangrijke kwesties in de financiële en verzekeringssector van vandaag. Met de distributiepartners van OneLife enerzijds en onze investeringspartners anderzijds stellen we de volgende vragen: Welke wijzigingen hebben een invloed op onze sector? Hoe pakken we ze aan? Welke opportuniteiten bieden ze?

Vermogensplanning over de grenzen heen

Na een openingswoord van Antonio Corpas, Chief Executive Officer van OneLife, gaat het Forum van start met een aantal ochtendworkshops waarin de voordelen van het gebruik van een Luxemburgse levensverzekering als internationale oplossing voor vermogensplanning worden voorgesteld. Dankzij zijn flexibiliteit, doorgedreven bescherming van de belegger en overdraagbaarheid naar het buitenland, is een levensverzekeringspolis een efficiënte manier om vermogen over de generaties heen te beschermen, te handhaven en over te dragen. Met de toenemende mobiliteit van vermogenden en hun families, de complexiteit van internationale fiscaliteit en de diversiteit van beschikbare activa is het niet altijd eenvoudig om de juiste oplossing te vinden voor vermogensplanning. Experts van OneLife bespraken, samen met sprekers uit internationale advocatenkantoren, assetmanagers en specialisten in niet-traditionele activa, een veelheid aan onderwerpen, gaande van de opportuniteit die vastgoedinvesteringen bieden, oplossingen voor vermogensplanning op het VK-Spanje en Frankrijk-België-Portugal en de pan-Europese schuldenmarkt.

Traditionele beleggingen

In de namiddag kregen meer dan 40 fondsenhuiren de kans om hun fondsenstrategieën, toekenningsmodellen voor activa en innovatiepunten in verschillende sectoren voor te stellen aan de deelnemers van het Forum. Actief debat en overleg zijn een belangrijk deel van de workshops en inzicht in de diversiteit en opportuniteit die beleggingsfondsen te bieden hebben, is cruciaal om klantenportfolio’s succesvol te beheren. De aanpak van OneLife om de internationale top van fondsenhuiren voor een hele namiddag samen te brengen en op een hoog niveau te communiceren, biedt beleggers een uniek perspectief op de beleggingswereld en de recentste trends en technieken in de sector. Externe fondsen kunnen aangewend worden als onderliggende beleggingen in levensverzekeringspolissen, beleggingen die helpen om het vermogen op lange termijn te handhaven en te doen groeien.

Niet-traditionele beleggingen

Dit jaar nodigde OneLife 8 niet-traditionele asset managers uit om op het Forum aanwezig te zijn. Het was de ideale gelegenheid om de toenemende aantrekkingskracht van niet-traditionele activaklassen voor te stellen: private equity, vastgoedbeleggingen, financiële holdings en securitisatie. Beleggen in uitsluitend niet-traditionele beleggingen of deze combineren met traditionelere beleggingen, zoals aandelen, obligaties, geldmarkten en niet-genoteerde activa, kan nuttig zijn om een beter rendement te creëren voor een portefeuille en legt de weg open naar heel wat opportuniteiten met een hele reeks nieuwe activaklassen voor de belegger. Met een Luxemburgse levensverzekeringspolis kan men beleggen in niet-traditionele activa. Het eigen toegewijde team experts in niet-traditionele activa van OneLife bestaat uit marktleiders, die doorheen het hele proces kunnen begeleiden om dit type activa in een verzekeringspolis op te nemen.  Meer lezen!: #Succesvolle #Beleggingen.

De toekomst van distributie …

Het OneLife-debat was dit jaar gericht op De Toekomst van Distributie – de uitdagingen en opportuniteiten waar de financiële sector mee geconfronteerd wordt, nu er steeds meer wordt gereguleerd, de digitale (r)evolutie en het ontstaan van nieuwe spelers uit nieuwe industrieën, zoals FinTech. 

Wat betekenen deze veranderingen voor de bedrijfs- en dienstenmodellen in de toekomst en wat zijn de sleutels voor succes in deze omgeving?

Drie sprekers, met Antonio Corpas, CEO van OneLife, als moderator, debatteerden over de toekomst van distributie en gaven inzichten vanuit hun eigen unieke perspectieven:

  • Neil Browning, Executive Director – Saxo Bank

Neil is verantwoordelijk voor relatiebeheer en digitale verkoop voor EMEA bij Saxo Bank. Saxo Bank heeft al 20 jaar ervaring in de financiële sector en is één van de eerste financiële instellingen die een online tradingplatform ontwikkelden, waarop gewone beleggers dezelfde instrumenten en markttoegang als professionals ter beschikking kregen.

  • Jean-François Chatelain, Stichtende Partner – Family Partners

Jean-François is mede-oprichter van Family Partners, een Frans multifamiliekantoor dat in 2011 werd opgericht en gewijd is aan de ondersteuning van vermogende families. Hij heeft heel veel ervaring met UHNWI in een internationaal kader.

  • Marc Gouden, Partner – Philippe & Partners

Marc is al sinds 2005 partner bij het advocatenkantoor Philippe & Partners en biedt juridisch advies, ondersteuning bij contractonderhandelingen en afhandeling van geschillen in internationaal zakelijk recht, met bijzondere focus op de verzekeringssector.

Met betrekking tot de regelgeving zijn opportuniteiten nooit ver weg, ook al brengen nieuwe regels steeds nieuwe lasten met zich mee. Marc Gouden ziet bijvoorbeeld meer professionalisme voortvloeien uit meer regelgeving, maar ook minder geschillen, omdat de belegger beter geïnformeerd is en zijn uitdrukkelijke toestemming moet geven.De meningen van onze sprekers over de impact van de digitale transformatie waren verdeeld: het technologisch gesofisticeerde tradingplatform van Saxo Bank biedt beleggers nieuwe diensten. In de wereld van Family Partners is het vertrouwen in papieren documentatie en diensten dan weer nog steeds de norm.

De sprekers waren het erover eens dat nieuwe FinTech-spelers potentieel nieuwe diensten kunnen creëren voor de sector van vermogensbeheer en dat een evenwicht tussen traditionele en niet-traditionele oplossingen waardevolle partnerschappen zou creëren, zowel voor cliënten als tussenpersonen.

Bedankt aan alle deelnemers die er dit jaar waren op het OneLife International Investment Forum – we kijken al uit naar volgend jaar!

 

Ervaar het OneLife International Investment Forum van op de eerste rij: bekijk onze => video en => foto‘s!

Graag meer weten over Beleggingen?  Download ons => e-book #Succesvolle #Beleggingen en onze => checklist.  En ontdek hoe niet-traditionele activa (NTA) u kunnen helpen om het maximum uit uw beleggingen te halen!