Nieuwe overgangsdatum

De Commissie heeft de nationale overgangsdatum uitgesteld tot 1 juli 2018.

De toepassingsdatum blijft nochtans onveranderd : 1 oktober 2018.

Aangezien het Europees Parlement en de Europese Raad deze richtlijn niet vóór maart 2018 zullen aannemen, is het uitstel retroactief van toepassing sinds 23 februari 2018.

Om meer te weten, het essentiële van deze richtlijn te onthouden en te zien hoe OneLife zich in samenwerking met haar partners voorbereidt op deze veranderingen, bekijk deze video!

 

De gefortuneerde Nomaden en hun noden

Uit een recent onderzoek bij 770 vermogende beleggers kwam een interessant klantensegment naar voren: de reizigers. Vermogende globetrotters die meer dan drie keer naar een ander land zijn verhuisd, vallen onder deze categorie. De personen in dit segment verhuizen tijdens hun leven gemiddeld vijf keer. Zij zijn over het algemeen jonger en financieel succesvoller dan het gemiddelde in het onderzoek, mogelijk door de carrièremogelijkheden die een internationale levensstijl met zich meebrengt. Ondanks het feit dat ze een grote aanleg hebben om zowel hun professionele als hun persoonlijke leven te verbeteren, is het meest gezochte kenmerk in een nieuwe vermogensbeheerder in het buitenland stabiliteit.

 

Verder bleek uit onze inzichten ook dat reizigers iets anders aankijken tegen verhuizen dan de andere klantentypes die we hebben vastgesteld. Een van hun belangrijkste motivaties om te verhuizen, is het maximaliseren van hun inkomsten in een rechtsgebied met lage belastingen (23%) en verrassend genoeg kijkt 38% van hen naar zijn huidige of toekomstige werkgever voor ondersteuning bij vragen over de verhuizing.

 

Leren inzien hoe deze personen het best bediend kunnen worden, zou een prioriteit moeten zijn voor elke adviseur. Wilt u er graag meer over weten?

Klik op het onderste beeld om ons #Succesvol #Verhuizen e-book te downloaden!

 

 

Beheer het fortuin van de Jetsetters

Naar een ander land verhuizen, is voor vermogende personen steeds meer een onderdeel van hun levensstijl, en dus moeten vermogensbeheerders zich aanpassen aan de behoeften van deze wereldwijde jetsetters. Uit ons recentste onderzoek bij 770 vermogende particulieren is gebleken dat slechts 8% van de verhuizers van mening was dat hun vermogensbeheerder een nuttige rol gespeeld heeft in het proces.

Als gevolg daarvan zou 41% van de millennials er geen probleem mee hebben om na een verhuizing over te stappen naar een nieuwe vermogensbeheersmaatschappij. De voornaamste redenen die zij noemden, waren de perceptie dat hun vermogensbeheerder hun internationale financiële behoeften niet zou begrijpen en het feit dat de aangeboden digitale services nog niet volstaan om hun vermogen van op afstand te beheren.

 

 

Door de behoeften van diverse klantengroepen zoals zonnekloppers, ondernemers en reizigers te begrijpen, kunnen de aangeboden producten en diensten worden uitgebreid en afgestemd op hun essentiële internationale vereisten.

 

Voor meer informatie, klik op het Slide Share logo:

 

 

 

Ken uw cliënt: de gefortuneerde Verhuizers

Vermogensbeheerders moeten steeds vaker vermogende personen trachten bij te benen die hun leven nog rijker maken door zich over de grenzen heen te verplaatsen. Of deze verhuizingen te maken hebben met hun carrièreverloop, een nieuwe levensstijl of hun pensioen, hun financiële behoeften worden steeds complexer naarmate er meer landsgrenzen worden overschreden.

Onlangs hebben we een onderzoek gedaan bij 770 vermogende personen om meer inzicht te krijgen in de rol die vermogensbeheerders kunnen spelen om klanten in dit proces te ondersteunen.

 

 

Uit onze inzichten kwamen verschillende profielen van vermogende verhuizers en hun uiteenlopende behoeften naar voren: de Reizigers, de Zonnekloppers en de Ondernemers  verhuizen allemaal om andere redenen.

 

Klik op het Slide Share logo als u te weten wilt komen wat volgens hen ontbreekt in de relatie met hun huidige vermogensbeheerder:

 

 

 

Arrest inzake het begrip fiscale woonplaats in Spanje voor natuurlijke personen

Het Spaanse Hooggerechtshof heeft op 28 november 2017 een uitspraak gedaan over het begrip fiscale woonplaats in Spanje voor natuurlijke personen.

 

In dit arrest herhaalt het Spaanse Hooggerechtshof dat een verblijf buiten Spanje, dat waarachtig is en wordt erkend door de belastingdienst, van langer dan 183 dagen gedurende het kalenderjaar dat overeenkomt met het belastingtijdvak, een objectief feit is dat voorrang moet hebben op elementen van subjectieve aard, waarvan de interpretatie wordt overgelaten aan de beoordeling van de Spaanse belastingdienst. In feite bevestigt het Spaanse hooggerechtshof dat een subjectief element, zoals de toekomstige intentie om in het ene of andere rechtsgebied te verblijven, in de praktijk moeilijk aan te tonen is, vooral in de huidige context waarin mensen een grote geografische mobiliteit vertonen.

 

Dit lijkt ons relevant voor alle klanten met een internationaal profiel en een grote mate van geografische mobiliteit wiens fiscale woonplaats (al dan niet) in Spanje moeilijk te bepalen is op basis van de huidige criteria die de Spaanse belastingdienst in de praktijk hanteert. Deze nieuwe uitspraak maakt naar onze mening immers duidelijk dat het tijdscriterium van een effectieve fysieke aanwezigheid in Spanje (d.w.z. een objectief criterium bepaald door de “183 dagen”-regel) voorrang moet hebben op andere subjectieve en intentionele elementen, waarbij de Spaanse belastingdienst enige beoordelingsvrijheid heeft.

 

Bijgevolg besluiten wij dat het naar onze mening een jurisprudentieel standpunt betreft dat de rechtszekerheid vergroot van cliënten met deze problematiek.

Tot slot herinneren wij u eraan dat wij voor dit type klanten, met een grote geografische mobiliteit en een uitgebreid vermogen, oplossingen op maat aanbieden die “meeneembaar” kunnen zijn en zelfs de “Impuesto de salida” of “Exit Tax” kunnen vermijden, indien van toepassing, in meerdere jurisdicties, zoals bijvoorbeeld in Spanje.

Uiteraard staan wij volledig te uwer beschikking om eventuele twijfels weg te nemen over de mogelijke implicaties van dit arrest van het Spaanse Hooggerechtshof of enig ander element met betrekking tot vermogensplanning door middel van “Unit Linked”-verzekeringspolissen voor uw klanten die in Spanje wonen of in het buitenland en de bedoeling hebben om naar Spanje te verhuizen.

Auteur: LinkedIn_logo_Small José Manuel Tara, Regional Director Iberia & Latam, at OneLife

 

 

Indien u aanvullende informatie wenst met betrekking tot unit-linked producten voor beleggers die in Spanje verblijven, aarzel dan niet om contact op te nemen met onze commerciële vertegenwoordigers:

LinkedIn_logo_Small Luis De La Infiesta, Regional Sales Director Iberia & Latam, at OneLife at OneLife

LinkedIn_logo_Small Gonzalo Garcia-Perez, Wealth Planner Manager for Iberia and Latam markets, at OneLife

 

Wat bracht 2017 en wat kunnen we verwachten/hopen/vrezen voor 2018?

Januari, de maand van Janus, de Romeinse god met de 2 gezichten, is een goed moment om eens naar 2 kanten te kijken : wat bracht 2017 en wat kunnen we verwachten/hopen/vrezen voor 2018?

 

2017 was zonder meer een “grand cru” voor aandelenbeleggers : zo goed als alle beurzen lieten een positieve return met 2 cijfers voor de komma optekenen. In lokale munt uiteraard, want in euro lag dat in sommige zones wat moeilijker. Door de relatieve politieke rust was er dit jaar geen neerwaartse druk op de eenheidsmunt, die dan ook onvermoeibaar steeg tegenover zowat alle andere grote munten.

De vrees voor populistische verkiezingsoverwinningen in landen als Nederland bleek ongegrond, en in de landen waar ze er wel op vooruit gingen en in zekere mate zelfs enige invloed hadden op de regeringsvorming (Oostenrijk, Duitsland) besteedde de markt er eigenlijk geen aandacht aan.
De grote verandering op het Europese politieke toneel kwam van een nieuwkomer. Emmanuel Macron slaagde er niet alleen in om het volledige Franse politieke landschap overhoop te gooien, maar lijkt ook op weg om op  Europees vlak een echte leidersrol op zich te nemen. En misschien lukt het hem zelfs om eindelijk de voor zijn land zo broodnodige echte economische hervormingen door te drukken ?

Een land dat nog wel steeds worstelt met de demonen uit het verleden, zowel op politiek vlak als op vlak van (gebrek aan) economische hervormingen is Italië. Niets catastrofaals in 2017, maar de meeste observatoren zien wel problemen opduiken op middellange termijn. Het zijn niet zozeer de mogelijke opgang van de Cinque Stelle beweging of de terugkeer van fenix Silvio Berlusconi die zorgen baren, maar veeleer het verlies aan productiviteit tegenover de rest van de eurozone. Het voorbije decennium heeft Italië een achterstand van zo’n 30% opgebouwd tegenover landen als Spanje, Frankrijk of Duitsland. Onhoudbaar op lange termijn, zeker voor het land met hoogste schuldgraad van de eurozone, meer dan 130% van het BBP (Griekenland doet uiteraard nog slechter, maar die beschouwen we intussen als “hors catégorie”…).

 

Dat brengt ons op een terrein waar het iets moeilijker was om mooie resultaten te behalen in 2017 : obligaties. “Lower for longer” is nog steeds de heersende mening over de rente in de eurozone, maar toch zal niemand ontkennen dat de risico’s eerder aan de bovenkant liggen. Een nieuwe ECB-voorzitter in 2019, inflatie die zachtjes hoger kruipt, werkloosheid die blijft dalen en economische groeipercentages die stilaan het volle potentieel benaderen ; allemaal factoren die vroeg of laat tot een verschuiving in het beleid van de centrale bankiers moeten leiden. Of dat een verdere voorzichtige inkrimping van het maandelijkse budget voor aankopen van schuldpapier wordt, dan wel een eerste lichte verhoging van de korte rente is een open vraag, maar het zal alleszins het einde betekenen van de QE (quantitative easing) zoals we die vandaag kennen. Iets wat de markten tijdelijk zeker kan verstoren, zoals in de US een paar jaar geleden ten tijde van de eerste “tapering” signalen.

Maar voorlopig gaat alles goed : ondanks de neiging tot stijgen van de rentevoeten konden ook staatsobligaties van eurolanden een bescheiden positieve return neerzetten in 2017. Maar zonder garantie dat zulks ook in 2018 nog zal lukken…

In de US lijkt er een brede consensus te bestaan rond een volgehouden geleidelijk optrekken van de korte termijnrente (in 2, 3 of 4 stapjes voor 2018 ?), maar de effecten op de lange rente zijn minder duidelijk. Over het volledige jaar gemeten was de onzekerheid niet voldoende om de markten echt pijn te doen of negatieve resultaten neer te zetten over 2017. Maar zeer recent was er wel plots een opstoot van nervositeit met een niveau van 2.60% in zicht op de 10-jaarsrente. Eigenlijk verwonderlijk, want een scenario met 3 of 4 “rate hikes” aan de korte kant op de volgende 12 maanden zal onevrmijdelijk ook de lange rente tot een stuk boven 2.50% drijven.

Tenzij de markt gelooft in een inverse rentecurve ? Dat zou wel eens meer reden kunnen zijn tot bezorgdheid, aangezien zulks historisch vaak een vroeg signaal van een aanstormende recessie is gebleken. En eerlijk gezegd, met een stierenmarkt die binnenkort haar 10e jaar ingaat (het dieptepunt van de globale financiële crisis dateert al van maart 2009) zou het niet als een verrassing mogen komen dat er misschien tekenen van moeheid of zelfs angst beginnen op te duiken.

 


Dat brengt ons bij het deel vooruitzichten voor 2018 van onze dubbelzijdige blik op de markten. Er lijkt een heel grote consensus te bestaan dat aandelen nog steeds de “place to be” zijn voor wie ook in het nieuwe jaar goede rendementen wil behalen. De verwachtingen zijn hooggespannen voor de Europese beurzen, waarvan velen aannemen dat ze recht hebben op een inhaalbeweging tegenover de US, nadat ze 3 jaar tijd verloren in de wederopstanding vanwege de eurocrisis in 2011-2013.

Groeimarkten zijn ook duidelijke favorieten. Zelfs met een zekere vrees voor stijgende Amerikaanse rentevoeten, lijken deze landen vandaag beter gewapend tegen een schok dan vroeger toen ze voornamelijk schulden hadden in USD, daar waar ze vandaag vaak indrukwekkende deviezenreserves hebben opgebouwd.
En zelfs Japan staat op de radar als attractieve bestemming voor internationale aandelenbeleggers. Niet alleen lijkt de yen nu echt wel goedkoop, maar bovendien worden de “Abenomics” maatregelen intussen ook vergezeld van een echte mentaliteitswijziging inzake corporate governance, wat ten goede zou moeten komen van aandeelhouders.

De Amerikaanse markten hebben minder fans vandaag : na een indrukwekkend parcours met zowat elke week nieuwe “all-time hi’s” begint er nu toch een beetje hoogtevrees de kop op te steken. En ondanks de verwachte (en soms gevreesde) aantrekkende rente is zowat iedereen het erover eens dat de dollar in waarde gaat dalen over 2018. Een factor die de potentiële rendementen voor niet-Amerikaanse beleggers negatief beïnvloedt nu de indekking tegen muntrisico steeds duurder wordt vanwege het oplopende renteverschil.

Misschien moeten we dat wel duiden als belangrijkste risico voor 2018 : de consensus lijkt zo groot over de meeste activa en markten dat daarin wel eens het grootste gevaar zou kunnen schuilen.
Wat gebeurt er met al die “crowded trades” wanneer het marktsentiment onverwachts keert ? Misschien ten gevolge van onvermijdelijke stressmomenten rond de Brexit onderhandelingen of een oplopende dreiging rond Noord-Korea, of een onverwachte “unknown unknown” die in 2018 opduikt? Tot het zover komt, lijkt de boutade die de houding van de meeste marktdeelnemers het best omschrijft “rational exuberance” ofwel rationele overdrijving…     

  Ruben De Roover  

 

De complementaire combinatie van mens en digitale technologie

Na een 2017 vol groei en ontwikkeling van interne talenten, stappen de OneLife-teams het jaar 2018 binnen in de allerbeste omstandigheden: een nieuw elan, innoverende projecten en exclusieve partnerschappen. Wim Dieryck, Chief Commercial Officer, komt terug op de digitale ambities van de Luxemburgse levensverzekeraar en kondigt met name een partnerschap aan met een 100% digitale Franse FinTech, die de regels rond levensverzekeringen helemaal herschrijft.

 

Na de lancering van de mobiele toepassing van OneLife eind 2016, met een bundeling van de datastromen, stond het jaar 2017 vooral in het teken van “social selling”. “Met een SSI – Social Selling Index – van meer dan 50% maken we sneller vooruitgang dan de levensverzekeringssector in het Groothertogdom Luxemburg. Als we dan zien dat 30% van de commerciële activiteit ontstaat via de sociale netwerken, moeten we onze energie richten op deze nieuwe manieren om commerciële activiteiten te genereren,” legt de CCO uit. Hij voegt er nog aan toe dat social selling andere werkwijzen niet in de weg hoeft te staan. “Integendeel, alle kanalen moeten elkaar aanvullen en geïntegreerd worden, zodat ze allemaal op een en hetzelfde resultaat gericht zijn. Bij OneLife biedt het digitale aspect iedereen nieuwe mogelijkheden om activiteiten te genereren en potentiële klanten te werven.” De traditionele roadshows, die bedoeld zijn om de producten te promoten die OneLife differentiëren op de Spaanse, Portugese en Latijns-Amerikaanse markten, zullen dus ook op de agenda’s van de teams van Wim Dieryck staan.

Door deze acties te combineren, en met de komst van nieuwe digitale instrumenten, is het de bedoeling om de eindklanten en partners de kans te bieden om zelf een communicatie- en interactiekanaal te kiezen dat hen het beste ligt: voortaan is de onderlinge verwisselbaarheid tussen “mens-digitaal-mens” dus mogelijk. Volgens de Chief Commercial Officer “zijn er nog heel wat elementen waarvoor menselijk contact, een ontmoeting vereist zijn, maar het digitale element biedt een duidelijke toegevoegde waarde en speelt in op de verschillende behoeften van de cliënt/partner.”

 

 

Nieuwe digitale aankondigingen

In de komende weken zal in België een testfase gelanceerd worden voor digitale intekening, waarbij de elektronische handtekening wordt geïntegreerd, en waardoor transacties op eigen levensverzekeringscontracten mogelijk worden. “Een grote vraag op de markt: iedereen – zowel eindklanten als partners – zijn vragende partij om het leven te vereenvoudigen en gebruik te maken van instrumenten die mogelijk zijn door het gebruik van een smartphone,” legt Wim Dieryck uit.

In het verlengde van dit initiatief kondigt de levensverzekeraar een samenwerking met Advize, een beheerplatform voor online sparen aan. “Ma Sentinelle Lux van OneLife zal dus het eerste Luxemburgse product zijn dat op de Franse markt wordt verdeeld via een 100% digitaal kanaal. Advize stelt een distributie voor via meerdere partners, door een volledig geïntegreerd instrument ter beschikking te stellen,” legt de CCO uit. Vanaf het moment van de lancering, die gepland is voor het eerste kwartaal van 2018, zullen er verschillende configuraties beschikbaar zijn: bepaling van het profiel van de cliënt, met een belegging in een combinatie van beperkte fondsen op basis van ETF’s, of de omschrijving van het project van de cliënt op basis van een termijn en bedrag. De selectie van de fondsen wordt dan weer gecombineerd met een robo-advisor. “Zo spelen we in op de ontwikkelingen rond de ETF-tracker, met een beheer dat veel vernieuwender is: een erg aantrekkelijke combinatie,” benadrukt de heer Dieryck.

 

 

OneLife bewijst op die manier dat het in staat is om al zijn processen te digitaliseren. Dit lukt dankzij het aantrekken van medewerkers en hun bereidwilligheid om actief mee te werken aan de (digitale) transformatie van de levensverzekeringensector. “We investeren massaal in het opleiden van onze mensen. En als we er vandaag in slagen om in deze aspecten tot resultaten te komen, dan komt dat doordat we heel onze organisatie hebben kunnen mobiliseren voor deze weg naar digitalisering. E-learning biedt bijvoorbeeld een belangrijke bijdrage tot het succes van deze strategische ontwikkelingen, en brengt ook een nieuwe dynamiek tot stand. Ik ben helemaal overtuigd: #Digital, it’s ALL about people!” besluit de Chief Commercial Officer.

 

OneLife, levensverzekeringsexpert in niet-traditionele activa

Vandaag is het voor onze partners bij niet-traditionele beleggingen mogelijk om hun portefeuille dynamischer te maken en is er een groeiende interesse naar specifieke interne fondsen (FID) of gespecialiseerde verzekeringsfondsen (FAS).

De Luxemburgse regelgever (Commissariat Aux Assurances) garandeert een beschermend kader voor de verzekeringnemer, en biedt een erg concurrerend en flexibel scala aan mogelijkheden voor wat het type onderliggende beleggingen voor hun contract betreft.

Doordat de ontwikkeling van de financiële markten in perspectief wordt geplaatst en er een sterke vraag is naar gereguleerde, niet-traditionele beleggingen, heeft OneLife ervoor gekozen zich te laten omringen door experts van een hoog niveau om tegemoet te komen aan deze nieuw vereiste cruciale vaardigheden.

 

Wim Dieryck, Chief Commercial Officer bij OneLife, zegt:

Deze experts worden door onze partners (asset managers, Family Offices, makelaars, internationale privébanken…) erg op prijs gesteld, omdat ze een precies en technisch antwoord krijgen op al hun vragen. Het einddoel is dat zij zo goed mogelijk kunnen handelen om de behoeften van hun cliënten te vervullen.”

 

Anthony Lorrain, hoofd van de afdeling niet-traditionele beleggingen bij OneLife, zegt:

“Het is bovendien van cruciaal belang dat we nieuwe, cruciale vaardigheden aan boord halen van mensen die afkomstig zijn uit specifieke Private Equity, vastgoed- of securitisatiesectoren. Elke cliënt is uniek, en daarom trachten we zo goed mogelijk op zijn behoeften in te spelen, door een team samen te stellen met gespecialiseerde technici, die onze commerciële medewerkers tijdens de hele levensduur van het contract begeleiden (patrimoniumingenieurs die gespecialiseerd zijn fiscaliteit en plaatselijk recht van het contract, experts in “slimme” investeringen…).” Hij voegt eraan toe: “Bijvoorbeeld: : OneLife is lid van de Luxemburgse vereniging LPEA (Luxembourg Private Equity Association) en wil zo zijn betrokkenheid bij andere bedrijfssectoren, die als complementair aan de levensverzekeringssector worden beschouwd, benadrukken.”

 

OneLife is een innovator in de wereld van levensverzekeringen en stelt aantrekkelijke oplossingen op maat voor, speciaal voor zijn cliënten. In een context van lage of zelfs negatieve rentevoeten presenteren niet-traditionele activa zich als een strategisch element, dat een verzekeraar vandaag aan zijn cliënten moet kunnen bieden, en dit binnen een goed beheerst en veilig kader voor alle betrokken partijen.

Niet-traditionele activa zijn een ware trend in de wereld van Wealth Management. Als partner van vermogensbeheerders hebben we besloten om vrijwillig en op een strategische manier te investeren in onze capaciteiten, om hen op een kwaliteitsvolle manier in deze materie te kunnen begeleiden. De wereld van niet-traditionele beleggingen is veel te gespecialiseerd om geen beroep te doen op experts op dit vlak.

 

Dit staat u in 2018 te wachten i.v.m. Forfaitaire belasting, IFI, CSG

Na een bewogen legislatief parcours ziet de belofte die Emmanuel Macron tijdens zijn presidentscampagne maakte, het daglicht, met een reeks hervormingen die de roerende fiscaliteit wijzigt. Een overzicht van het nieuwe fiscale landschap in Frankrijk, en meer specifiek het stelsel dat van toepassing is op levensverzekeringen:

  1. Doelstellingen en legislatief parcours

Het Financiële wetsontwerp voor 2018 werd op 27 september 2017 ingediend en stelt de ingrijpende hervormingen voor die de nieuwe president Emmanuel Macron wou om:

  1. de Franse economie een nieuwe dynamiek in te blazen,
  2. het spaargedrag te sturen richting een financiering van de reëleeconomie
  3. de roerende fiscaliteit te vereenvoudigen en transparanter te maken

De tekst werd van 17 oktober 2017 tot 21 november besproken in het parlement en vervolgens na eerste lezing goedgekeurd op 21 november 2017. De aangepaste tekst wordt aan de Senaat voorgelegd. Zoals OneLife al aankondigde in het artikel ter zake van 15 november 2017, stuitte de tekst op heel wat verzet in de Senaat en werden er heel wat aanpassingen aan aangebracht en vervolgens ingediend bij een paritaire gemengde commissie van het Parlement en de Senaat.

Door de flagrante onenigheid binnen de paritaire gemengde commissie, werd de tekst meermaals heen en weer gestuurd tussen de twee kamers en ten slotte het Parlement, dat het laatste woord heeft over dit type teksten, en uiteindelijk door het Parlement goedgekeurd op 21 december 2017 (onderworpen aan de goedkeuring van de Grondwettelijke Raad die aanhangig werd gemaakt door de afgevaardigden en senatoren van de rechtse en linkse oppositie).

De Grondwettelijke Raad besluit uiteindelijk de tekst goed te keuren, die dus definitief werd aangenomen op 28 december 2017 en gepubliceerd in de Journal Officiel op 30 december 2017.

 

 

  1. De belangrijkste bepalingen

De wet van 30 december 2017 betreffende de financiële wet voor 2018 voorziet 3 bepalingen die bijzonder belangrijk zijn voor spaarders:

  1. Optrekking van de CSG-rentevoeten met 1,7%, wat een algemene stijging van de sociale bijdragen van 15,5% naar 17,2% met zich meebrengt
  2. Invoering van een flat tax of Eenmalige Forfaitaire Inhouding van 30% op de inkomsten uit spaargeld (hierin zitten de sociale bijdragen verwerkt)
  3. Vervanging van de Solidariteitsbelasting op Vermogen (Impôt de Solidarité sur la Fortune – ISF) door een belasting op het Onroerend Goedvermogen (Impôt sur la Fortune Immobilière – IFI)

 

 

  1. PFU: het wondermiddel van de spaarder?

De Eenmalige Forfaitaire Inhouding of PFU (Prélèvement Forfaitiare Unique) is afkomstig van de Engelse “Flat Tax”, die redelijk courant is in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. In Frankrijk is de PFU een vrij nieuwe belastingmethode, die een uniforme belasting toepast op een grote categorie van verschillende situaties en bronnen van inkomsten.

Het Franse systeem berekent belasting gewoonlijk op een persoonlijke manier, op basis van de individuele situatie en naargelang het type inkomsten. Het gaat hier dus om een ingrijpende wijziging in de fiscale aanpak die in het presidentiële programma van Emmanuel Macron stond.

Het onderliggende idee is om de belasting van het kapitaal van de Franse ingezetenen te vereenvoudigen door de toepassing van een unieke rentevoet, die van toepassing is op een complete waaier van spaarboekjes, beleggingen en inkomsten:

  • door de toepassing van eenzelfde rentevoet op alle financiële inkomsten
  • om te voorkomen dat de toepassing van de inkomensbelasting te complex wordt voor verschillende categorieën financiële inkomsten (inkomsten uit levensverzekeringen, intresten, dividenden, meerwaarden…)

In werkelijkheid maakt deze vereenvoudiging van het systeem de inkomensbelasting complexer, met name voor levensverzekeringen.

 

a. Contracten die hierdoor beïnvloed worden

De PFU is sinds 1 januari 2018 van toepassing op alle financiële beleggingen in handen van Franse ingezetenen en voor levensverzekeringen retroactief vanaf 27 september 2017.

Dit geldt met name voor vastrentende beleggingsproducten , obligatiecoupons en dividenden, waarop de aftrek van 40% geschrapt wordt, behalve wanneer geopteerd wordt voor belasting van het dividend volgens het progressieve barema van de Inkomstenbelasting (IB).

Deze PFU is echter niet van toepassing op:

  • De gereglementeerde spaarboekjes (Livret A, Livret développement durable et solidaire) en de spaarproducten die vrijgesteld zijn van inkomstenbelasting (bedrijfsspaarplan, pensioenspaarplan…)
  • Beleggingen die sterk gericht zijn op aandelen, zoals het aandelenspaarplan (PEA). Een uitzondering die past in de coherentie met een van de regeringsdoelstellingen om investeringen in de reële economie te stimuleren
  • Inkomsten uit grondbelasting die echter wel beïnvloed worden door het hervormingsvoorstel voor vermogensbelasting en een belasting op het Onroerend Goedvermogen

Bijgevolg zijn noch levensverzekeringen, noch spaarboekjes bij de bank (ook Spaarplan huisvesting en Spaarrekening huisvesting, maar enkel deze die geopend worden na 1 januari 2018) vrijgesteld van de PFU.

 

b. PFU of Forfaitair Barema van de IB?

Het PFU-tarief is vastgesteld op 30%, zijnde:

  • 17,2% sociale bijdragen en
  • 12,8% als inkomensbelasting

Inkomsten uit spaargeld zullen bijgevolg principieel belast worden aan 30%, maar voor de belegger kan het interessant zijn te opteren voor de toepassing van het progressieve barema van de Inkomstenbelasting!

Die optie moet dan schriftelijk vastgelegd worden, en is onherroepelijk en algemeen, ze geldt m.a.w. voor alle roerende inkomsten van de belegger voor één jaar.

Vanaf 1 januari 2018 wordt op alle roerende inkomsten die beleggers ontvangen een Verplichte Forfaitaire Inhouding toegepast (Prélèvement Forfaitaire Obligatoire of PFO, die gelijk is met het PFU-tarief, namelijk 17,2% sociale bijdragen en 12,8% IB), die niet bevrijdend is.

  • Indien er niet werd geopteerd voor het IB-barema, wordt de PFO bevrijdend en is PFO = PFU.
  • Indien de belegger de optie uitoefent voor de toepassing van het IB-barema, wordt de PFO berekend op het bedrag van de te betalen IB, en indien er een surplus is, zal de belegger recht hebben op een eventuele terugbetaling.

Het kan dus interessant zijn voor personen met lage inkomsten in Frankrijk om voor deze toepassing van het IB-barema te kiezen!

 

 

 

  1. PFU en levensverzekering

 

Is de PFU nog steeds voordeliger dan de fiscaliteit die vroeger werd toegepast?

De initiële intentie van de regering was de toepassing van de PFU te beperken tot de contracten die werden afgesloten vanaf 27 september 2017 en de contracten die vóór deze datum werd afgesloten, waarvan het bedrag van de premies hoger ligt dan € 150.000 en € 300.000 voor een koppel, en alleen voor het bedrag van de premies die vanaf 27 september 2017 werden betaald.

De commentatoren hebben daar dus logischerwijze uit afgeleid dat het nieuwe stelsel minder interessant was dan het voorgaande voor de contracten ouder dan 8 jaar. Er is een amendement gekomen dat dit punt corrigeert:

  • De PFU van 30% is van toepassing op alle producten die gekoppeld zijn aan premies die vanaf 27 september 2017 betaald zijn voor de contracten jonger dan 8 jaar;
  • Voor de contracten ouder dan 8 jaar
    • blijft het tarief van 24,7% van toepassing indien het bedrag van de op de levensverzekeringscontracten gestorte premies van de verzekeringnemer niet hoger is dan € 150.000.
    • Indien het bedrag van de op de levensverzekeringscontracten gestorte premies van de verzekeringnemer hoger is dan € 150.000,
      • is het PFU-tarief van toepassing voor de producten die overeenkomen met het gedeelte van de na 27 september 2017 gestorte premies,
      • is het tarief van 24,7% van toepassing voor de producten die overeenkomen met het gedeelte van de voor 27 september 2017 gestorte premies.

Deze verdeling wordt berekend op basis van de volgende pro rata: Bedrag van de producten * ((150.000 – premies gestort vóór 27 september 2017) / (premies gestort na 27 september 2017)).

Het uitwerken van deze pro rata is overigens een jammere zaak, want hij is niet erg makkelijk, en ook niet heel duidelijk voor de beleggers. Op dezelfde manier: hoewel het oorspronkelijke wetsvoorstel stelde dat het bedrag waarmee rekening moest worden gehouden € 150.000 was voor een persoon alleen en € 300.000 voor een koppel, is de drempel van € 300.000 uit de wet geschrapt in de versie die werd goedgekeurd.

Er moet voortaan dus enkel op individueel niveau rekening gehouden worden met de drempel van € 150.000.

De aftrekken van € 4.800 en € 9.200 voor een koppel bleven gelukkig echter behouden voor contracten ouder dan 8 jaar. Op dezelfde manier wordt de optie voor belasting aan het progressieve IB-tarief gehandhaafd.

De situatie is dus zoveel complexer en minder duidelijk geworden voor beleggers en verzekeraars. We kunnen dit op de volgende manier samenvatten:

heel de roerende fiscaliteit op een hoopje!

 

  1. De IFI, een geschenk voor de rijken?

Vanaf 1 januari 2018 werd de solidariteitsbelasting op vermogen (ISF) omgezet naar een belasting op het Onroerend Goedvermogen (IFI).

a.Het principe

De ISF belastte traditioneel de patrimonia van meer dan 1,3 miljoen euro volgens een progressief tarief, berekend op het vermogen. Het principe van de IFI is hetzelfde als dat voor de ISF, met één (groot) verschil: de IFI belast enkel de onroerende goederen. Vereenvoudiging of misleiding?

Voor Franse ingezetenen is de IFI van toepassing op alle onroerende goederen of rechten, deelnemingen of aandelen van onroerende vennootschappen in Frankrijk en in het buitenland in handen van personen die het fiscale gezin samenstellen.

Voor buitenlandse ingezetenen met een onroerend patrimonium in Frankrijk, zag de belastbare basis voor de IFI er als volgt uit:

  • De waarde van de onroerende goederen of rechten die ze in Frankrijk bezaten, per fiscaal gezin dat in het buitenland verbleef (een tweede verblijf bijvoorbeeld)
  • De deelnemingen of aandelen van onroerende vennootschappen die gebouwen in Frankrijk bezaten
  • De deelnemingen of aandelen van onroerende vennootschappen die gebouwen in Frankrijk en in het buitenland bezaten, voor het respectievelijke gedeelte van de waarde van de gebouwen in Frankrijk

b. Toepassingsgebied

Indien uw patrimonium enkel uit onroerende activa bestaat (hoofdverblijf, tweede verblijf, IICB’s, opbrengstgebouwen, huurwoningen…) en de waarde van uw patrimonium hoger is dan de drempel van 1,3 miljoen euro, verandert er voor u niets door de hervorming.

Indien u echter een gediversifieerd patrimonium hebt, zult u door de IFI ingewikkelde berekeningen moeten maken tussen goederen die binnen en buiten het toepassingsgebied vallen. Hieronder vindt u een niet-volledige lijst van goederen en rechten die binnen het IFI-gebied vallen:

  • waarde van het hoofdverblijf (de aftrek van 30% blijft echter behouden)
  • waarde van het/de secundaire verblijf/verblijven
  • Gebouwen in bouwfase
  • Niet-gebouwd vastgoed (zoals bouwgronden en landbouwgronden)
  • Gebouwen en fracties van gebouwen vertegenwoordigd door deelnemingen in onroerende vennootschappen van mede-eigendom
  • Het vruchtgebruik van onroerende goederen en rechten voor de totale waarde van het onroerende goed of recht (behalve in geval van successie, waarbij elke vruchtgebruiker en de naakte eigenaar kunnen belast worden voor hun respectievelijke aandeel)
  • De deelnemingen in vennootschappen die onroerend goed bezitten in Frankrijk, voor de representatieve waarde van de gebouwen die de vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks in Frankrijk bezit.

Het is in geval van twijfel over de waarde van een goed overigens mogelijk om een online service, “Patrim”, te gebruiken, die door het Ministerie van Financiën wordt aangeboden:

Bepaalde onroerende goederen en rechten vallen niet onder de definitie van de belastbare patrimoniale basis voor de IFI en er zijn partiële of totale aftrekken voorzien voor:

  • gebouwen die gebruikt worden voor professionele activiteiten,
  • bossen en wouden die geëxploiteerd of professioneel gebruikt worden,
  • landelijke panden die langdurig worden verhuurd of die voor professioneel gebruik zijn (landbouwgronden, gebouwen en exploitatiematerialen),
  • gemeubelde huurpanden onder het fiscale huurstelsel van gemeubeld professioneel pand
  • de naakte eigendom van een onroerend goed dat volledig is vrijgesteld

Voor buitenlandse ingezetenen heeft de wet ook het Franse begrip van vennootschap met overwegend onroerend karakter geschrapt, om artificiële aanpassingen te voorkomen (en daardoor worden alle onroerende goederen, ongeacht de manier waarop ze gehouden worden, opgenomen in de belastbare basis voor de IFI).

c. Aftrekken

De IFI is van toepassing op het netto belastbare patrimonium, m.a.w. na aftrek van de bestaande schulden op 1 januari van het aanslagjaar.

Het is echter jammer dat een zeker aantal aftrekken die eigen waren aan de ISF, werden geschrapt (zoals gezinsleningen en de woningbelasting) en de wetgever heeft de mogelijkheden afgeschaft om de belastbare grondslag (de belastbare basis) via schuld te beperken.

Gelukkig werd de aftrek van 30% op het hoofdverblijf echter wel behouden.

Zijn dus met name aftrekbaar, op voorwaarde dat ze kunnen gerechtvaardigd worden:

  • De uitgaven voor de aankoop van onroerende goederen of rechten
  • De uitgaven voor verbetering, bouw of uitbreiding,
  • De uitgaven voor de aankoop van deelnemingen of aandelen, naar verhouding met de waarde van de onroerende goederen en rechten,
  • De verschuldigde belastingen voor de betrokken eigendommen (zoals de grondbelasting).

 

d. Conclusie

Algemeen gezien gaat deze fiscale hervorming de goede richting uit, omdat ze de toepasselijke regels naar de toekomst toe vereenvoudigt.

Op korte termijn maken de nieuwe regels de roerende fiscaliteit echter minder transparant, omdat de toepasselijke normen worden opgestapeld, met name voor de belasting van dividenden en levensverzekeringen.

Deze wijzigingen zijn een bijkomend bewijs voor het ongeëvenaarde belang van een Luxemburgse levensverzekering voor Franse ingezetenen en OneLife blijft nauw contact houden met zijn cliënten en partners om hen doorheen deze wijzigingen te begeleiden.

 

 

Author:   Jean-Nicolas Grandhaye

 

Een vermogensplanningsoplossing voor Peruviaanse beleggers

Unit-linked levensverzekeringen als vermogensplanningsoplossing voor Peruviaanse beleggers

Wat is een unit-linked levensverzekeringscontract?

 Een “unit-linked” product is een verzekeringscontract waarbij de verzekerde het volledige beleggingsrisico van de onderliggende financiële activa van de polis draagt. Daarom zijn de prestaties van de beleggingen bij “unit-linked” producten op korte, middellange of lange termijn niet gegarandeerd door de verzekeringsmaatschappij.

Via het “unit-linked” product kunnen verzekeringnemers financiële, successie- en fiscale planning efficiënt combineren in één contract, dat standaard beantwoordt aan de fiscale regels en het juridische kader van het rechtsgebied waar de verzekeringnemer verblijft, om eventuele juridische risico’s of belastingherzieningen te vermijden.

 

Wat zijn de relevante bestanddelen van een unit-linked verzekeringscontract?

De belangrijkste onderdelen van een unit-linked verzekeringscontract zijn:

  • Verzekeringnemer(s): belegger die intekent op het contract, het ondertekent en de verzekeringspremie betaalt. Kan een persoon of een bedrijf zijn.
  • Verzekerde(n): het risico-element dat het verzekeringscontract dekt. Kan over een of meer personen gaan.
  • Begunstigde(n): persoon of entiteit die de verzekeringsuitkering ontvangt wanneer het verzekerde risico plaatsvindt.
  • Vermogensbeheerder: professionele entiteit die in haar residentiële rechtsgebied een vergunning heeft om portefeuillebeheeractiviteiten uit te voeren. De verzekeraar kan het beheer van de financiële activa op discretionaire basis volgens de verzekeringsovereenkomst toevertrouwen aan de vermogensbeheerder, op basis van de beleggingsstrategie die de verzekeringnemer bij aanvang heeft gekozen.
  • Bewaarnemende bank: financiële instelling die bewaardiensten verstrekt met betrekking tot de financiële activa die onderliggend zijn aan de polis(sen).

 

Wat zijn de belangrijkste voordelen van het intekenen op een unit-linked product bij een Luxemburgse verzekeraar?

De belangrijkste voordelen van unit-linked polissen uitgegeven door Luxemburgse verzekeraars zijn:

  • Bescherming van activa: De Luxemburgse overheid, en in het bijzonder de Luxemburgse verzekeringsregulator, de CAA (Commissariat aux Assurances), heeft een uniek stelsel uitgewerkt waarbij de activa van de verzekeringnemers buiten de balans van de verzekeraar en die van de bewaarnemende bank worden gehouden. Bijgevolg blijven de activa, mocht de verzekeraar of de bewaarnemende bank insolvent worden of failliet gaan, volledig beschermd tegen eventuele claims van gewone schuldeisers.
  • Vertrouwelijkheid: Luxemburgse verzekeraars en professionals in het verzekeringswezen zijn volledig gebonden aan strikte regels rond beroepsgeheim die de verzekeringnemers en eventuele mogelijke begunstigden volledige vertrouwelijkheid garanderen.
  • Beleggingsflexibiliteit: Binnen de Luxemburgse beleggingsregels is er veel flexibiliteit met betrekking tot de types financiële activa waarin de premies van de verzekeringnemer kunnen worden belegd. Het komt welk vaker voor dat beleggingsbeheerders beleggen in alternatieve fondsen of hedgefondsen en private equity via Luxemburgse levensverzekeringen, om zo hogere opbrengsten te behalen.

 

Hoe worden unit-linked producten voor Peruviaanse beleggers fiscaal behandeld?

Bij aanvang is inkomstenbelasting van toepassing tegen een effectief tarief van 2,1% op de risicopremies wanneer die worden betaald om risico’s te dekken op Peruviaanse grondgebied, betrekking hebben op inwoners van Peru op het moment waarop de overeenkomst wordt ondertekend of betrekking hebben op onroerende goederen gelegen in Peru.

In geval van gehele of gedeeltelijke afkoop is iedere kapitaalwinst afkomstig van de polis momenteel vrijgesteld van inkomstenbelasting in Peru.

Peru kent geen vermogens- of effectenbelasting, waardoor de waarde van de polis niet als dusdanig zal worden belast als hij direct wordt aangehouden door een Peruviaanse fiscale ingezetene.

Met betrekking tot opbrengsten uit levensverzekeringen uitgekeerd aan een begunstigde inwoner van Peru merken we op dat verzekeringsuitkeringen als gevolg van het overlijden van de verzekerde vrijgesteld zijn van belastingen. Als de begunstigde geen inwoner is van Peru, kunnen er verschillende belastingstelsels van toepassing zijn op de ontvangst van verzekeringsuitkeringen, afhankelijk van het rechtsgebied.

 

Zijn er nog andere elementen om rekening mee te houden?

Ja, om een herkwalificatierisico in Peru te vermijden, is het sterk aanbevolen een substantiële overlijdensdekking op te nemen in het product.

Voor bijkomende informatie in verband met unit-linked producten voor in Peru wonende beleggers kunt u steeds contact opnemen met onze vertegenwoordigers:

LinkedIn_logo_Small José Manuel Tara, Regional Director Iberia & Latam, bij OneLife

LinkedIn_logo_Small Luis De La Infiesta, Regional Sales Director Iberia & Latam, bij OneLife

LinkedIn_logo_Small Gonzalo Garcia-Perez, Wealth Planner Manager for Iberia and Latam markets, bij OneLife

 

Author: Gonzalo Garcia-Perez