Veiligheidsdriehoek en activa van de verzekeringnemer

De veiligheidsdriehoek, een concept dat de basis vormt voor de Luxemburgse levensverzekering, wordt door heel wat Luxemburgse levensverzekeringsmaatschappijen in de kijker gezet, is helemaal ingeburgerd en bijna misbruikt, zonder dat er veel uitleg rond gegeven wordt.

Verklaring van het principe en overzicht van de wijzigingen door de wet van 10 augustus 2018 voor de distributie van verzekeringen (hierna de “IDD-wet”).

  1. Het principe: een intensieve bescherming

De bescherming van het patrimonium en de activa is momenteel namelijk een van de belangrijkste bezorgdheden van gefortuneerde cliënten en hun families.

Het wettelijke kader van de verzekeringssector in Luxemburg biet een unieke bescherming van het patrimonium van verzekeringnemers, dankzij:

  • het beschermingsstelsel voor verzekeringnemers, namelijk de “Veiligheidsdriehoek”
  • de bescherming tegen een potentieel faillissement van de verzekeringsmaatschappij
  • de bescherming tegen inbeslagname van de vordering van de verzekeringnemer door derden

1.1. Wat is dat, de Veiligheidsdriehoek?

De Veiligheidsdriehoek komt uit de wet op de verzekeringssector en is een wettelijk mechanisme dat gericht is op de verzekeringsnemer, waarbij de activa van de verzekeringspolis worden (af)gescheiden van deze van de verzekeringsmaatschappijen en de depositobank, en strikt kunnen gecontroleerd worden, dankzij een depositoconventie met drie partijen, namelijk het Commissariat aux Assurances (hierna het “CAA”), de levensverzekeringsmaatschappij en de depositobank, die elk een hoek van de driehoek vertegenwoordigen.

Zo hebben de Luxemburgse levensverzekeringsmaatschappijen enerzijds de plicht om alle activa in een levensverzekeringsovereenkomst (de “technische provisie”) op de rekeningen van een onafhankelijke depositobank te plaatsen, dit is hoek 1 van de driehoek.

Deze activa moeten gescheiden blijven van de kapitalen van de verzekeringsmaatschappij en van de bank.

Anderzijds moet de depositobank vooraf goedgekeurd worden door het Luxemburgse reglementerende organisme voor de verzekeringssector, het CAA, dit is hoek 2 van de driehoek.

Ten slotte heeft het CAA ten opzichte van de depositobank en de verzekeringsmaatschappij reglementaire bevoegdheden op het vlak van controle, onderzoek en sancties (hoek 3)

1.2 – Bescherming tegen een potentieel faillissement van de verzekeringsmaatschappij

Indien de verzekeringsmaatschappij te maken krijgt met financiële problemen, kan het CAA zijn bevoegdheden aanwenden die beschreven worden in artikel 116 en volgende van de wet van 7 december 2015 (hierna de “Wet”) bij de depositobanken, namelijk:

  • Het CAA kan met name bevelen de specifieke rekeningen die gekoppeld zijn aan de technische provisie van de verzekeraar te bevriezen ten voordele van de verzekeringsnemers en de begunstigden. Vanaf die datum kan er zonder voorafgaande toestemming van het CAA bijgevolg geen enkele transactie meer uitgevoerd worden op de rekeningen (noch door de verzekeraar, noch door de bank). Het CAA kan in voorkomend geval ook overgaan tot de verkoop van roerende activa of een hypotheek intekenen op de onroerende activa.
  • Artikel 118 van de Wet voorziet dat de verzekeringsnemers over voorkeursrechten van de eerste rang beschikken over de activa op de aparte rekeningen, een “superprivilege” waardoor ze prioriteit krijgen over alle andere schuldeisers van de verzekeringsmaatschappij (werknemers enz.).
  • Indien er onvoldoende activa op de aparte rekeningen beschikbaar zijn, bepaalt artikel 119 van de Wet dat de verzekeringnemers over aanvullende privilegerechten over de eigen activa van de verzekeringsmaatschappij beschikken. In dit privilege worden ze echter voorgegaan door gerechts- en vereffeningskosten, het privilege van de werknemers en ongevallenaansprakelijkheid, en die van de Schatkist en Gemeenten.

1.3. Bescherming tegen inbeslagname van de vordering van de verzekeringnemer door derden

Artikel 114 en volgende van de Luxemburgse wet op verzekeringscontracten van 27 juli 1997 bepalen dat de afkoop-, voorschot- en pandrechten van de polis van de verzekeringnemer enkel bij hem liggen, deze rechten kunnen dus niet in beslag genomen worden of uitgeoefend worden door een derdenschuldeiser van de verzekeringnemer.

De schuldeisers van de verzekeringnemer kunnen hem dus niet dwingen om deze rechten uit te oefenen.

De schuldeisers van de verzekeringnemer kunnen geen beslag leggen op de polis zelf, omdat deze juridisch gezien eigendom is van de verzekeringsmaatschappij.

De schuldeisers van de verzekeringnemer kunnen wel beslag leggen op de vordering op de verzekering bij de verzekeringnemer om hun vordering te innen, maar ze zullen vanwege de verzekeringmaatschappij geen betaling ontvangen, zolang de verzekeringnemer niet vrij heeft beslist om zijn afkooprechten op de polis uit te oefenen.

De enige uitzondering op dit principe is de betaling door de verzekeringnemer van manifest overdreven premies, in het licht van zijn middelen en patrimonium.

2. Wijzigingen in het beschermingskader van de activa door de IDD-wet

Het wettelijke beschermingskader, dat nu al heel beschermend was, werd versterkt door de toevoeging van regels die de bescherming individualiseren op basis van het profiel en de strategie van de verzekeringnemer.
De mogelijke toepassing van de regels had namelijk kunnen leiden tot een weinig rechtvaardig resultaat voor de verzekeringnemers en het CAA heeft deze regels op een weldoordachte manier verduidelijkt.
Net als vroeger bepaalt artikel 253 van de Wet de waarde van het afgescheiden patrimonium op de dag van de opening van de vereffeningsprocedure.
Volgens de vorige versie van het superprivilege was er een algemeen superprivilege over het afgescheiden patrimonium van de levensverzekeringsmaatschappij.
Volgens de nieuwe versie in artikel 253-1 en 253-5 van de We wordt het superprivilege bepaald over de rekeneenheden van de verzekeringnemer in een onderliggend actief, m.a.w. het aantal onderliggende eenheden van het contract van de verzekeringnemer zelf.

Een becijferd voorbeeld is heel wat duidelijker dan een ellenlange uitleg. Laten we het voorbeeld nemen van mijnheer Abra Racourcix (mijnheer A), mevrouw Alie Bonnemine (mevrouw B), mijnheer en mevrouw Santiago en Bernadette Charic (mijnheer en mevrouw C).
Mijnheer A neemt graag risico’s. Hij wil een hoog rendement (het risico heeft geen belang, zegt hij) en belegt enkel in A-aandelen met hoog rendement, maar ook met hoog risico.
Mevrouw B heeft een conservatief profiel. Ze streeft rendement na, maar wil niet te veel risico nemen en belegt zowel in risicovolle activa als in risicoarme activa.
Mijnheer en mevrouw C houden niet van risico’s. Ze hebben een eerder conservatief profiel en willen beleggen in minder risicovolle activa, wat ook een lager rendement betekent.

Volgens de vorige versie van het superprivilege had de pondsgewijze verdeling kunnen leiden tot een weinig rechtvaardige verdeling voor mijnheer en mevrouw C, terwijl mijnheer A “beloond” zou worden voor de genomen risico’s.

De nieuwe versie “volgt” de activa van de contracten en biedt een rechtvaardigere verdeling van de te recupereren bedragen door de bescherming te individualiseren, waarbij elk contract als een individuele cel wordt beschouwd, waarop het superprivilege wordt toegepast.

Het is dus een maatregel die het ongeëvenaarde voordeel van de Luxemburgse levensverzekering nog versterkt voor vermogende cliënten en hun familie, bovenop de stabiliteit, transparantie en onvergelijkbare beleggingsmogelijkheden van het Luxemburgse contract!

Meer weten? Bekijk deze video!

OneLife staat ter beschikking van zijn partners en cliënten voor eventuele vragen over het juridische kader van de bescherming van personen die een levensverzekering aangaan.

 Jean-Nicolas GRANDHAYE – Corporate Counsel

 

Maak kennis met de familie Leroux

André en Martine Leroux wagen de moedige stap naar de wereld van beleggingen in privaat vermogen. Ze zijn getrouwd en wonen met hun enige kind in Noord-Europa. Nadat hij zijn aandeel in een FinTech-bedrijf verkocht, wil André nu graag een deel van de opbrengst beleggen. Bovenaan zijn lijstje staat het verkennen van niet-traditionele beleggingsopties.

Met deze beleggingsopportuniteit ligt hun focus op risicovolle, hoogrentende activa, die op middellange termijn de waarde kunnen doen stijgen. André en Martine willen als prioriteit een plan samenstellen, waarbij hun vermogen op een efficiënte en op maat uitgewerkte manier kan gemaximaliseerd worden – een plan dat beantwoordt aan de fiscale regels in meerdere rechtsgebieden en dat de toekomst van hun kind veilig stelt.

André en Martine willen het maximum uit hun kapitaal halen, maar er ondertussen voor zorgen dat er een gestructureerde en veilige omkadering bestaat voor hun vermogen.  Ze willen dat het flexibel genoeg is om te kunnen kiezen voor een oplossing die bij hen past, wetende dat ook de volgende generatie kan genieten van de beslissingen die ze vandaag nemen.  Een Luxemburgse levensverzekeringspolis biedt die structuur en biedt ruimte voor een uiterst persoonlijke benadering, hand in hand met de nodige veiligheid en beleggingsflexibiliteit.  Privaat vermogen is één van de types niet-traditionele activa die OneLife aanbiedt om in te spelen op de behoeften van HNW’s en hun gezinnen.

Om te ontdekken welke oplossing André en Martine kozen, klik => hier !

De familie Van Dewael kiest voor securitisatie

De familie Van Dewael heeft tientallen jaren hard gewerkt. Nu zijn ze klaar om met hun spaargeld het avontuur van minder traditionele beleggingen aan te gaan, met FinTech-bedrijven. Hiervoor adviseerde hun vermogensbeheerder hen om een levensverzekeringscontract aan te gaan en een securitisatievehikel te gebruiken om hun beleggingen efficiënt te structureren rond grensoverschrijdende overdraagbaarheid.

Met deze volledig op maat gemaakte oplossing kunnen Geert en Inge in zowel niet-genoteerde als traditionelere activa beleggen.

Het is ook een flexibele oplossing, zodat Geert en Inge deze oplossing kunnen gebruiken als een geïntegreerd instrument voor successieplanning en investering. Daarnaast, indien het koppel zou beslissen om te verhuizen als ze met pensioen gaan, kan het levensverzekeringscontract aangepast worden voor fiscale optimalisatie. Dit is belangrijk wanneer de begunstigden hun erfenis ontvangen, zodat ze gebruik kunnen maken van eventuele verminderingen op erfenisrechten in het kader van het levensverzekeringscontract.

OneLife heeft meer dan 25 jaar ervaring in het verstrekken van oplossingen door middel van Luxemburgse levensverzekeringen die de tand des tijds goed hebben doorstaan. Je kunt een contract gebruiken voor erfenisplanning, internationale overdraagbaarheid of specifieke beleggingen: ons team van experts staat steeds klaar om de beste oplossing voor jou en je gezinssituatie uit te dokteren. 

Voor meer informatie over de beleggingsoplossing van de familie Van Dewael, download ons e-book => hier en bekijk ook onze Beleggingschecklist = > hier!

 

Maak kennis met de familie Van Dewael

Geert en Inge zijn bijzonder geïnteresseerd in FinTech-bedrijven en zouden graag een deel van hun spaargeld beleggen om de groei van deze bedrijven te ondersteunen. Idealiter zouden de beleggingen voldoende opbrengst genereren, zodat ze met pensioen kunnen gaan en een gezonde erfenis aan hun kinderen kunnen nalaten.

Hun vermogensbeheerder adviseerde hen om een Luxemburgs levensverzekeringscontract af te sluiten en gebruik te maken van een securitisatievehikel om hun beleggingen efficiënt te structureren. Dat biedt hen de volledige controle om de oplossing op hun behoeften af te stemmen, maar ook de mogelijkheid om de belegde activa te doen groeien en de risico’s af te schermen. Tijdens heel de duur van het contract zouden Geert en Inge niet belastingplichtig zijn in alle betrokken rechtsgebieden, maar ook de kinderen zouden het voordeel van een fiscaal efficiënte vermogensoverdracht krijgen.


Door voor Securitisatie te kiezen kunnen ze investeren in heel specifieke elementen en dit combineren met een waaier van transformaties in opbrengst, risico en maturiteit.  De wettelijke structuur in Luxemburg biedt een flexibele en diverse aanpak bij het structureren van deze vehikels. Dat betekent dat de belegger specifieke transacties kan nastreven en ondertussen risico’s op de activa kan afschermen. Wat er complex uitziet, kan toch eenvoudig gemaakt worden.

Geïnteresseerd in de oplossing die de familie Van Dewael koos?  Download ons e-book = > hier!

Belgische hervorming van het huwelijksrecht en erfrecht

Via deze twee hervormingen was het de bedoeling van de Belgische wetgever om ons Burgerlijk Wetboek grondig te moderniseren. Een aantal bepalingen dateerden nog van 1804 en waren helemaal niet meer aangepast aan de moderne maatschappij. Individuele vrijheid, gelijkheid in de overdracht van het patrimonium en nieuw samengestelde gezinnen vormden de focus van deze wijzigingen. Als onbetwistbaar en erkend instrument voor het structureren van het patrimonium kon het levensverzekeringscontract niet buiten deze nieuwe bepalingen vallen.

De begunstigdenprestatie maakt voortaan deel uit van de successie

Om de effecten van het nieuwe erfrecht goed te begrijpen, lijkt het ons essentieel om de werking van het derdenbeding binnen het levensverzekeringscontract beknopt toe te lichten. De verzekeringnemer laat de verzekeraar middels de begunstigdenclausule weten dat de verzekeringsprestatie ten gunste zal komen van de door hem aangeduide begunstigde. De bepaling van de verzekeringnemer ten gunste van de begunstigde gebeurt gratis wanneer er vanwege de begunstigde geen enkele tegenprestatie of verplichting ten opzichte van de verzekeringnemer in vervat zit.

De Wet van 31 juli 2017 wijzigde de verhoudingsregels met betrekking tot schenkingen en heeft het derdenbeding van een levensverzekeringscontract gelijkgeschakeld met een schenking. Artikel 188 van de Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen werd herschreven en sluit nu aan op de nieuwe burgerlijke bepaling en voorziet sinds 1 september 2018 dat “in geval van overlijden van de verzekeringnemer, de verzekeringsprestatie overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek onderworpen is aan inkorting en aan inbreng“.[1] Het overlijdenskapitaal maakt voortaan deel uit van de successie en wordt in overweging genomen voor de berekening van de reserve en het beschikbare deel. De verzekeringnemer kan van dit verhoudingsprincipe afstappen door uitdrukkelijk te vermelden dat de opbrengst van het verzekeringscontract wordt toegekend bij “vooruitmaking en buiten erfdeel “. Bij de opening van de successie moet de begunstigde, die vrijgesteld is van inbreng, daar het bewijs van voorleggen. 

Dit gezegd zijnde is het nog steeds raadzaam te controleren of de schenkingen met vrijstelling van inbreng binnen de limieten blijft van het beschikbare deel waar de overledene over kan beschikken. Elke schenking die buiten dit beschikbare deel wordt gedaan, opent het persoonlijke recht op inkorting voor alle legitieme rechthebbenden. Het beschikbare deel werd vastgelegd op de helft van de successie en varieert niet langer naargelang het aantal kinderen.[1] Hierdoor is er een grotere souplesse voor mensen die graag een erfgenaam of een derde willen begunstigen in het kader van hun toekomstige successie.

Van gemeen goed naar eigen goed

Hoewel de hervorming van het huwelijksrecht veel minder ingrijpend lijkt dan de wijzigingen in het erfrecht, verdienen de –erg interessante- gevolgen voor bestaande of toekomstige levensverzekeringscontracten toch een woordje uitleg in het kader van deze bijdrage.

Ter herinnering, elke verzekeringnemer is houder van een vordering ten opzichte van de verzekeringsmaatschappij, waaraan persoonlijke en individuele rechten verbonden zijn. De verzekeringnemer oefent deze rechten alleen uit indien hij de enige titularis van het contract is. Hij oefent deze rechten echter gezamenlijk uit indien er een ondeelbaarheid bestaat met de andere verzekeringnemer(s) die samen met hem het levensverzekeringscontract heeft/hebben aangegaan. Aangezien de rechten van de verzekeringsnemer niet levenslang gelden, is het noodzakelijk de uitkomst van deze rechten te bepalen in geval van een vooroverlijden van een verzekeringnemer, die het contract niet zou beëindigen. Een aanwasclausule van de rechten tussen de verzekeringnemers kan op die manier de gewenste oplossing brengen, evenals een post-mortem overdracht naar een aangeduide verkrijger.

Om deze rechten te verwerven en het contract te creëren, moet de verzekeringnemer een premie betalen die uit zijn eigen patrimonium afkomstig is, of die ook uit een gemeenschappelijk vermogen mag komen. Door het mechanisme van het levensverzekeringscontract wordt een premie die betaald wordt door gemeenschappelijke goederen een ondeelbare vordering voor de gezamenlijke intekenaars of een eigen vordering in het geval van een individuele intekening. Sommige expertenvan het burgerlijk recht hebben zich lang tegen deze feitelijke toestand verzet. Zij werden daarin gesteund door de centrale fiscale overheid, die ten opzichte van iemand die een verzekeringscontract aanging, ook weigerde het eigen karakter van zijn rechten, en dus de onderliggende investering, te erkennen.

Door de hervorming van het huwelijksrecht is dit debat afgehandeld, dankzij de invoering van het begrip van “eigendom en financiering» en dankzij de definitieve verduidelijking van het gebruik van de gemeenschappelijke goederen door de echtgenoten. Concreet betekent dit dat een echtgenoot alleen of de echtgenoten samen een levensverzekeringscontract aangaat of aangaan, met bedragen die afkomstig zijn uit de gemeenschap van goederen.

Bij overlijden van de eerste echtgenoot wordt het bestaande levensverzekeringscontract niet ontbonden. De gemeenschap van goederen wordt ontbonden en de overlevende echtgenoot wordt als enige titularis van het contract. Het gemeenschappelijke patrimonium dat aan de erfgenamen van de overledene toekomt, ondervindt hier schade van, omdat de afkoopwaarde van het contract hierop in mindering wordt gebracht. Ter compensatie moet de overlevende daarom een vergoeding aan de gemeenschap betalen.

Op fiscaal vlak variëren de standpunten naargelang de gewesten. Voor Wallonië en Brussel ondersteunt artikel 16 van het Wetboek voor erfrecht de these van vrijstelling van successierechten over de afkoopwaarde van het levensverzekeringscontract, op voorwaarde dat de echtgenoten minstens één gemeenschappelijk kind of afstammeling hebben. In het Vlaamse Gewest schaart de meerderheid zich achter het bestaan van een belasting krachtens artikel 2.7.1.0.6 VCF, niet op het ogenblik van overlijden van de eerste echtgenoot, maar op het moment van de partiële of totale afkoop door de overlevende echtgenoot.

Tot slot hebben deze twee hervorming aan iedereen een grotere vrijheid toegekend in de organisatie van de patrimoniale en successiesituatie. Er werd met name een einde gemaakt aan de controverse rond het levensverzekeringscontract dat werd aangegaan door echtgenoten die gehuwd zijn onder het stelsel van gemeenschap van goederen. Voortaan staat de deur echter open voor nieuwe mogelijkheden, onder andere dankzij de nieuwe (algemene en punctuele) erfovereenkomsten. De wereld van levensverzekeringen zal echter blijven evolueren en we zullen de Belgische wetgeving bijgevolg nauwgezet blijven opvolgen, zodat we de voordelen die dit fantastische instrument oplevert, goed blijven beheersen.

Aarzel niet om contact met ons op te nemen voor meer informatie.

Ondertussen, check ons #Succes in #Successie e-book om u te verdiepen in de vele voordelen van levensverzekeringen, als een effectief vermogensplanningsinstrument en als een oplossing voor een succesvolle successie.

Authors: 

  Nicolas MILOS – Senior Wealth Planner

  Valerie VAES – Senior Wealth Planner

 

 

[1] Artikel 188 van de Wet betreffende de verzekeringen van 4 april 2014, zoals gewijzigd door de Wet van 31 juli 2017, die de hervorming van het successierecht invoert, B.S.. 30 april 2014.

[1] Wet van 31 juli 2017 ter wijziging van de het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot successie en schenkingen en ter wijziging van diverse andere bepalingen ter zake, B.S.. 1 september 2017 (art. 46 en 47).

Diverse beleggingsopties voor internationaal vermogen

Meestal leiden vermogende personen (High-Net-Worth Individuals – HNWI’s) een internationale levensstijl. Daarom hebben ze nood aan diverse beleggingsopties om hun internationale vermogen te beheren en te doen groeien.

Beleggen in niet-traditionele activa opent nieuwe mogelijkheden voor vermogensgroei, via beleggingen in onder andere privaat vermogen, vastgoed en securitisatie. Het kan moeilijk zijn om de ruime waaier aan mogelijkheden goed te begrijpen, en net zoals de naam doet vermoeden, is er helemaal niets typisch aan niet-traditionele activa.

Wanneer de intrestvoeten laag zijn, kan het moeilijk zijn om inkomsten te genereren, die in het beste geval somber uitvallen. Door niet-traditionele beleggingen in overweging te nemen, gaat de deur naar diversere portefeuilles en nieuwe activatypes open.  Zoals privaat vermogen, vastgoed en/of securitisatievehikels. Deze meer gespecialiseerde beleggingstypes bieden toegang tot heel wat activiteitensectoren, die vaak innoverend zijn in hun eigen werkgebied, zoals start-ups en FinTech-bedrijven.  De opportuniteit voor beleggers om enkele van deze snelgroeiende sectoren te financieren, hun passie na te streven en te investeren in opportuniteiten in het buitenland, is een interessante kans.  Vooral als die gecombineerd wordt met de gemoedsrust en veiligheid die een Luxemburgse Levensverzekering te bieden heeft.

Klik  => hier  : [Link to e-slideshare] om meer te weten te komen over beleggen in niet-traditionele activa.

Wat is IDD?

Zoals u weet, wordt de Richtlijn betreffende Verzekeringsdistributie vanaf 1 oktober 2018 van kracht. Om u in staat te stellen u daarop voor te bereiden, stelt OneLife u diverse documenten en procedures ter beschikking, opdat u die nieuwe regelgeving goed zou kunnen begrijpen.

Wat is IDD?

Hier vindt u een kleine video die de essentiële elementen herneemt.

IDD heeft als belangrijkste doelstelling:

  • de regelgeving te verbeteren op de verzekeringsretailmarkt en meer opportuniteiten voor grensoverschrijdende activiteiten te creëren,
  • op een gelijk speelveld de vereiste voorwaarden te scheppen tussen verdelers van verzekeringsproducten, en
  • de bescherming van consumenten te versterken, in het bijzonder wat betreft de distributie van verzekeringsproducten die verband houden met op verzekeringen gebaseerde beleggingsproducten («Insurance-Based Investment Products» in het Engels oftewel «IBIPs»).

Wat zijn de gevolgen voor de klanten?

IDD vereist van de verdelers dat zij duidelijke en transparante informatie verschaffen, zodat de klanten met verstand van zaken een beslissing kunnen nemen.

De belangrijkste nieuwigheid ligt daarin dat deze informatie nu een formele vereiste wordt, via de levering van precontractuele informatie die het volgende bevat:

  • een document dat toelaat om alle inlichtingen over de klant te verzamelen, om zijn profiel op te stellen dat met KID PRIIPs zal worden geassocieerd, en dat  alle kosten die daarmee verband houden, vermeldt (definitie en aard van die kosten). Eens de inlichtingen zijn verkregen, heeft de klant de keuze om al dan niet in te tekenen op de overeenkomst. Dat document zal zeer binnenkort ter beschikking worden gesteld indien u het wenst te gebruiken.
  • Na de intekening en tijdens de looptijd van het contract zijn de verdelers verplicht om, wat betreft de IBIP-verzekeringscontracten, de evolutie van het contract op te volgen en na te gaan of het nog altijd beantwoordt aan het profiel dat tijdens de precontractuele fase werd opgesteld. Die opvolging dient tijdens de diverse transacties en een keer per jaar door middel van een gepast verslag met documenten te worden gestaafd.

IDD legt aan de verdelers op al de raadgevingen die aan de klanten tijdens de looptijd van hun contracten worden gegeven, neer te schrijven.

Implementation of the Insurance Distribution Directive

Wat zijn de gevolgen voor onze partners?

In tegenstelling tot de Richtlijn betreffende Verzekeringsbemiddeling (of IMD) betreft IDD zowel de verzekeringstussenpersonen als de verzekeringsondernemingen.

Derhalve zullen de conventies betreffende zakelijke relaties worden gewijzigd opdat deze de nieuwe verplichtingen van de verzekeringstussenpersonen en de verzekeringsondernemingen benadrukken.

De verdelers dienen op een eerlijke, onpartijdige en professionele manier de belangen van de klanten zo goed mogelijk te behartigen.

Die definitie impliceert:

  1. Een versterking van de adviesverplichting (artikel 20 en 30 van de Richtlijn). Het is immers zo dat de verdelers voor alle producten de noden en verlangens van hun klanten dienen te verzamelen die op hun beurt dienen uit te monden in een gepersonaliseerd advies wat IBIP-producten betreft. Die aanbeveling heeft als doel een product voor te stellen dat beantwoord aan de voordien verzamelde noden en verlangens. Die aanbeveling komt tot stand dankzij het opstellen van een beleggingsprofiel dat toelaat om een geschiktheidstest te leveren aan de klant met de mogelijkheid tot een periodieke evaluatie tijdens de hele looptijd van het gekozen product. Die gedocumenteerde evaluatie laat de verdelers toe aan te tonen dat zij zo goed mogelijk handelen in het belang van de klanten.
  2. Transparante informatie (artikel 17, 18, 19, 20 en 29 van de Richtlijn) met betrekking tot de bezoldiging. De verdelers dienen de klanten te informeren over alle kosten die verband houden met het contract, waarbij de aard van de kosten en de berekeningsmethodes daarvan dienen te worden vermeld. Bovendien dienen de verdelers en de verzekeringsondernemingen alle situaties te vermijden die de kwaliteit van de diensten die aan de klanten worden geleverd in het gedrang zou kunnen brengen. Met andere woorden dient er een parallelle procedure op het gebied van preventie, detectie en het beheer van belangenconflicten door de verdelers en de verzekeringsondernemingen te worden ingevoerd. Als in het kader van hun activiteiten een dergelijke situatie wordt vastgesteld, dient die onverwijld aan de verzekeringsonderneming te worden gemeld, om op die manier te trachten de toestand op te lossen. Als de situatie blijft voortduren, mag die pas in laatste instantie aan de klanten kenbaar worden gemaakt, zodat die met verstand van zaken een keuze kan maken.
  3. Er is een nieuwigheid op het gebied van het beheer van en de toezicht op het product (artikel 25 van de Richtlijn). Die nieuwigheid geeft nieuwe rollen aan de betrokken partijen van de verzekeringswereld: OneLife neemt de rol van Producent van producten op zich die ter beschikking worden gesteld aan zijn partners die op hun beurt de rol van Verdeler vervullen. In het kader van die rol van Producent dient een beleid op het gebied van productcreatie en een distributiestrategie te worden ingevoerd: met een definitie van de markt en een keuze van de distributiekanalen die anders zullen zijn voor elk van de producten. Al die informatie dient aan de partners te worden overgemaakt via de PDA – Product Distribution Arrangements) die zeer binnenkort kunnen worden geraadpleegd op «YourOffice».

Insurance Distribution Directive 201697EU (IDD)

Op hun beurt dienen de verdelers:

  • aan de producent hun distributiestrategie mede te delen, zodat zij zich ervan kunnen vergewissen dat die beantwoordt aan het doelpubliek van de producent;
  • de producten na te kijken omna te gaan of die blijven beantwoorden aan de soms wijzigende marktrealiteit.

Al deze nieuwe verplichtingen zullen deel uitmaken van de nieuwe conventie die u binnenkort zal worden opgestuurd.

Samenvattend vindt u hier een overzicht van de wijzigingen:

Een model van het precontractuele inlichtingenformulier dat te uwer beschikking staat;

De algemene voorwaarden werden herwerkt;

De gewijzigde transactiedocumenten om u toe te laten het advies voorafgaand aan de transactie met documenten te onderbouwen;

De PDA’s zullen u toelaten onze doelmarkten te begrijpen;

Een nieuwe conventie die voldoet aan de IDD-vereisten;

Een nieuwe Bijlage 1 die een bezoldiging herneemt die voldoet aan alle nieuwe eisen.

 

Wij zullen u zeer binnenkort op de hoogte stellen van de terbeschikkingstelling van de nieuwe documenten op onze portaalsites.

Wij blijven ter beschikking voor eventuele, verdere inlichtingen.

Author : Nora Belarbi

 

Inleiding tot niet-traditionele beleggingen

In de wereld van iemand met een groot vermogen (High-Net-Worth Individual – HNWI) zijn er heel wat zaken die complex kunnen schijnen: vermogens- en successieplanning, fiscaal beheer in verschillende rechtsgebieden en een levensstijl in verschillende landen, om er maar een paar op te noemen. Beleggen in niet-traditionele activa hoeft echter niet complex te zijn, ook al lijkt dat zo!

Met de oplossing van OneLife kunnen niet-traditionele activa geïntegreerd worden in uw levensverzekeringscontract – met beleggingen in privaat vermogen, vastgoed, securitisatie, financiële holdings, maar kan ook de overdracht van vermogen naar verschillende generaties beheerd worden. 

*SIF = Specialised Investment Fund (gespecialiseerde beleggingsfonds)

RAIF = Reserved Alternative Investment Fund (gereserveerde alternatieve belegging)

SCS = Sociétés en commandite simple / Common Limited Partnerships (gewone commanditaire vennootschap)

SCA = Sociétés en commandite par actions / Corporate Partnerships Limited by Shares (commanditaire vennootschap op aandelen)

S.àr.l. = Société à responsabilité limitée / Private Limited Companies (besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid)

S.A. = Société anonyme / Public companies limited by shares (naamloze vennootschap)

Omdat een Luxemburgse Levensverzekeringspolis bijzonder flexibel is, werken we bij OneLife met u samen om de beleggingsoplossing uit te zoeken die het beste bij u past; deze die u helpt om potentiële groei te creëren en uw portefeuille te diversifiëren – dit alles binnen de veilige en sterke structuur van een Luxemburgse levensverzekering. 


Niet-traditionele beleggingen kunnen ook gecombineerd worden met traditionele, wat u de mogelijkheid biedt om gebruik te maken van een brede waaier aan activaklassen.  En indien u beslist om een keer of zelfs meermaals te verhuizen, is het dankzij de overdraagbaarheid van uw polis mogelijk om aan alle internationale vereisten te voldoen.  Dus als u uw vermogen wilt overdragen naar de volgende generatie, zoals jij dat zelf bepaalt, het laten groeien terwijl het veilig blijft, een mobiele levensstijl wilt beleven – dan is een levensverzekeringspolis van OneLife de ideale oplossing!

Geïnteresseerd in meer weten over beleggen in niet-traditionele activa? Klik op deze => link!

#Succesvolle #Beleggingen

Weet je alles al wat er te weten valt over levensverzekeringen, denk je?  Dacht het niet! 

Een levensverzekering is een uitstekend planningsinstrument voor successie, dat flexibel genoeg is om landsgrenzen te overschrijden.  Maar dat is niet alles.  Een levensverzekering van OneLife biedt ook de mogelijkheid om uw gepersonaliseerde beleggingsplan samen te stellen.  Het kan beleggingen in traditionele activa inhouden, zoals aandelen, obligaties, geldmarkten, niet-genoteerde activa, maar ook niet-traditionele activa, zoals privaat vermogen, vastgoed, securitisatievehikels, holdingmaatschappijen… waardoor ze een aantrekkelijke oplossing is om u te helpen uw vermogen te beheren, het te laten groeien en met een gerust gemoed over te dragen naar de volgende generatie.

Het klinkt complex, maar wij maken het simpel!  Om meer te weten te komen over hoe je vertrouwd raakt met het financiële jargon en wat alles precies betekent, bekijk onze  #Beleggingsjargon video!

Kijk hoe andere HNW’s gebruik maken van niet-traditionele activa.  Zoals de familie Van Dewael, die zijn levensverzekeringspolis gebruikt om te beleggen in start-ups en FinTech-bedrijven.  André en Martine Leroux willen graag naar een warmere streek verhuizen, door te beleggen in activa met hoge opbrengsten.  En de familie García, die zijn toekomst plant door te investeren in vastgoed. 

Het is maar een greep uit families die gebruik maken van niet-traditionele activa om hun interesses te stimuleren en hun dromen waar te maken.

Kijk hoe een levensverzekering een familie kan helpen, klik door naar onze SlideShare = > hier!

Unit-linked levensverzekeringscontracten en niet-traditionele activa

Wist u dat de Luxemburgse unit-linked levensverzekeringscontracten toegang bieden tot brede beleggingsmogelijkheden?

Dit betekent dat u uw eigen gepersonaliseerde beleggingsplan kan samenstellen met traditionele en niet traditionele activa. Van UCITS fondsen tot alternatieve beleggingsfondsen, Private Equity, vastgoed en securitisatie.

Dankzij niet-traditionele activa kunt u uw portefeuille diversifiëren, de risico’s beperken en investeren met een hoger rendement.

U kunt kiezen tussen sectoren en activa die u interesseren om uw passie na te streven en om snelgroeiende bedrijven te volgen.

Dit alles in één OneLife levensverzekeringscontract: flexibel, veilig en gepersonaliseerd!

 

Om meer te weten over de voordelen van niet-traditionele activa, => bekijk onze video!